H1 Ak aantekeningen.

Cards (17)

  • Steeds vaker vertrekt laagwaardig werk, maar ook hoogwaardig naar lagelonenlanden in Azië
  • Als slimme regio scoor je hoog op clustering, hoogopgeleide bevolking en nabijheid van interessante arbeidsmarkten.
  • In een krimpgebied verdwijnen voorzieningen, omdat de bevolking wegtrekt.
  • Kansen krimpgebied: leefomgeving, energiebeleid en samenwerking.
  • Wat hebben inkomen en levensverwachting met elkaar te maken?
    Hoe hoger het inkomen, hoe hoger de levensverwachting.
  • Waarom is bij middeninkomen de levensverwachting niet gegarandeerd?
    Gevaarlijkheid, distributie van voedsel, oorlog, natuurrampen en hoe het geld verdeeld is in een gebied.
  • industrieel kolonialisme (moederland niet genoeg mensen en te veel loonkosten> fabrieken verplaatsen naar het buitenland. Daar produceren, daar verkopen door stimulatie economie.)
  • Het communisme liep achter door planeconomie.
  • Na 1980: grondstoffen> halffabricaat> onderdelen> assemblage> eindproduct (afzetmarkt)
  • Voor 1980: grondstof> halffabricaat> eindproduct> regio.
  • Een halffabricaat is een grondstof die bewerkt is tot een verhandelbaar product, dat vervolgens nog verder moet worden bewerkt tot een eindproduct.
  • Global Shift= het economisch zwaartepunt verschuift.
  • Een productieketen is het proces van grondstof tot eindproduct.
  • Stromen: afval, geld, mensen, goederen.
  • Importtarieven zijn belastingen die je moet betalen als je iets importeert uit het buitenland.
  • Reversed Enginering= het uit elkaar halen van een product om te zien hoe het in elkaar zit.
  • Economisch beleid op één ding gericht: oneindige groei> winst en marges (reserves).