Lessons 1

Cards (55)

  • asset: voordeel
  • backlash: tegenreactie
  • bias: vooroordelen
  • boast: opscheppen
  • constrain: beperken
  • convey: overbrengen, uitdragen
  • drawback: nadeel
  • erode: aantasten
  • fuel: aanwakkeren
  • hike: lange wandeling
  • novelty: nieuwigheid
  • premature: voorbarig
  • provided: mits
  • reinforcement: versterking
  • surge: plotselinge toename
  • sustain: in stand houden
  • tadpole: kikkervisje
  • toddler: peuter
  • uptight: zenuwachtig
  • wrap: inpakken
  • aankomen: put on
  • aanwezigheid: presence
  • afkeer, walging: disgust
  • afkeuring: disapproval
  • afnemen, verminderen: diminish
  • afspreken: arrange
  • beheersing: mastery
  • bevolking: population
  • d.w.z. (dat wil zeggen): i.e. (id est)
  • eigenwaarde, zelfrespect: self-esteem
  • enthousiasmeren: enthuse
  • goedkuering: approval
  • handelen naar: act on
  • ijdel: vain
  • kennis: knowlegde
  • knop: switch
  • onderzoek: survey
  • methode: approach
  • mogelijkheden: potential
  • ontdekken: explore