biologie woorden P6

Cards (83)

  • heterotroof
    organisme dat zich voedt met andere organismen
  • biologisch afbreekbaar
    stoffen die door reducenten kunnen worden afgebroken
  • kringloop
    stoffen van planten komen via dieren, afvaleters en reducenten uiteindelijk weer bij planten terecht
  • afvaleters
    organismen die dode resten van planten en dieren eten
  • plasticsoep
    grote eilanden van plasticafval die in de oceanen drijven
  • producenten
    organismen die het voedsel voor andere organismen maken
  • consumenten van de tweede orde
    organismen die consumenten van de eerste orde eten
  • reducenten
    organismen die de dode resten van organismen afbreken
  • autotroof
    organisme dat geen andere organismen als voedsel nodig heeft
  • consumenten van de eerste orde
    organismen die producenten eten
  • consumenten
    organismen die de stoffen eten die ze niet zelf hebben gemaakt
  • stikstofzouten
    mineralen in de bodem die stikstofdeeltjes bevatten
  • niet-biologisch afbreekbaar
    stoffen die niet door reducenten kunnen worden afgebroken
  • eiwitten
    stoffen die voor een groot deel de kleur, vorm en werking van een organisme regelen
  • territorium
    gebied dat wordt verdedigd tegen soortgenoten
  • parasiet
    individu dat een voordeel heeft bij parasitisme
  • biologisch evenwicht
    de populatiegrootte in een ecosysteem schommelt rond een evenwichtswaarde
  • niche
    rol van een soort in een ecosysteem
  • rangorde
    één dier is de baas, de rest van de dieren weten hun plek
  • concurrentie
    relatie waarbij wordt gestreden om bijvoorbeeld voedsel, een partner of een veilige plek
  • paarvorming
    een mannetje en een vrouwtje werken samen om zich voort te planten
  • mutualisme
    beide soorten hebben een voordeel van de symbiose
  • symbiose
    langdurige relatie tussen individuen van verschillende soorten
  • populatiegrootte
    aantal organismen in een populatie
  • parasitisme
    symbiose waarbij een individu een voordeel heeft en het andere individu een nadeel heeft
  • commensalisme
    één individu heeft een voordeel van de symbiose, het andere individu heeft geen voordeel of nadeel van de symbiose
  • optimale omstandigheden
    omstandigheden waarbij de kans groot is dat een populatie groeit
  • optimumkromme
    lijn in een diagram waarin de groei- en voortplantingskans is uitgezet tegen een abiotische factor
  • gastheer
    individu dat een nadeel heeft bij parasitisme
  • samenwerking
    relatie waarbij bijvoorbeeld samen voedsel wordt gezocht
  • bedreigd
    individuen van een soort hebben moeite om in leven te blijven en zich voort te planten
  • herintroductie
    het terugbrengen van een dier- of plantensoort in een land
  • landbouw
    land dat door de mens wordt gebruikt voor de productie van voedsel
  • bosbouw
    land dat door de mens wordt gebruikt voor de productie van hout als brandstof en als bouwmateriaal
  • cultuurlandschap
    landschap dat is gevormd onder invloed van de mens
  • uitsterven
    verdwijnen van een soort
  • natuurbeheer
    maatregelen om natuur te behouden, beschermen en herstellen
  • biodiversiteit
    variatie aan soorten in de natuur
  • broeikaseffect
    een deel van de warmte-uitstraling van de aarde wordt tegengehouden door gassen in de dampkring
  • stijging van de zeespiegel

    de hoogte van het zeewater stijgt