engels unit 3

• balcony --> balkon
• attic --> zolder
• armchair --> fauteuil
• lawn --> gazon
• dresser --> ladenkast
• cushion --> kussen
• rug --> tapijt
• stove --> fornuis
• cabinet --> aanrecht
• to clean te windows --> ramen schoonmaken
• to sweep the floor --> de vloer vegen
• to scrub the floor --> de vloer schrobben
• to mop the floor --> de vloer dweilen
• to vacuum the carpet --> het tapijt stofzuigen
• to dust --> afstoffen
• tumble dryer --> droogkast
• ironing board --> strijkplank
• scouring pad --> schuurspons
• dishwashing liquid --> afwasmiddel
• duster --> afstoffer
• bleach --> bleekmiddel
• cleaning fluid --> schoonmaakmiddel
• dustpan --> vuilblik
• broom --> bezem
• rubber gloves --> rubberen handschoenen
• garbage bag --> vuilniszak