Fenotype: Alle waarneembare eigenschappen van een individu (oogkleur, bloedgroep, kleurenblindheid etc)
Informatie voor erfelijke eigenschappen van organismen ligt op chromosomen
Bij bevruchting komen de chromosomen met hun erfelijke informatie bij elkaar in zygote
Genotype: Informatie voor alle erfelijkeeigenschappen van een individu
Chromosomen zijn langedna-moleculen die rond eiwitmoleculen zijn gewikkeld in de celkern
Chromosomen zijn opgebouwd uit duizenden aan elkaargekoppeldenucleotiden
Een nucleotide bestaat uit een fosfaatgroep, een monosacharide en een stikstofbase
In een nucleotide kan de stikstofbeleid ATCofGzijn
In een nucleotideketen kunnen stikstofbasen zich verbinden door basenparing
Elke stikstofbase heeft een vaste bindingspartner:Adenine met thymine en cytosine met guanine
Bij delende cellen spiraliseren chromosomen en worden korter en dikker en daardoor zichtbaar
Karyotype is een overzicht van chromosomenineencel van groot naar klein in paren
Bij de mens zijn er 22paarautosomenin de celkern van de lichaamscel
Het 23e paar chromosomen bepaalt het geslacht, dit is een geslachtschromosoom
Een man heeft éénX-chromosoomeneenY-chromosoom, een vrouw heeft 2 X-chromosomen
Van een chromosomenpaar is één afkomstig van moeder en eenvanvader
Homologe chromosomen zijn twee chromosomen van een paar die gelijk zijn in lengte en vorm, maar bevatten niet dezelfde erfelijke informatie
Gen is een deel van een chromosoom dat informatie bevat voor een of meer erfelijke eigenschappen
Vaak is er meer dan één gen betrokken bij het tot stand komen van bepaalde eigenschappen
In plantaardige cellen komt DNA ook voor in chloroplasten
Alle DNA-moleculen in een cel vormen het genoom van een organisme
Een chromosoom bestaat uit veel genen en een gen bestaat uit honderdennucleotiden die in specifieke volgorde of sequentie zijn gerangschikt: DNA-sequentie
De DNA-sequentie van een gen vormt een code voor bepaalde eigenschappen
Verschillende variaties in de nucleotidenvolgorde van een gen leiden tot verschillen in haarkleur, deze variaties worden allelen genoemd
Genexpressie is wanneer genen worden aangezet en een eigenschap tot uiting komt in het fenotype
Geninactivatie is wanneer genen uit staan en het fenotype niet tot uiting komt
Het fenotype wordt beïnvloed door het genotype en milieufactoren zoals licht, lucht, temperatuur, voeding, ziekten en opvoeding
Een verandering in het fenotype van een eik door bijvoorbeeld het afbreken van takken na een storm wordt een modificatie genoemd
Een modificatie verandert de informatie in het chromosoom niet en wordt niet doorgegeven aan nakomelingen
Milieufactoren in de baarmoeder kunnen aangeboren afwijkingen of aandoeningen veroorzaken
Een aandoening,ziekte of afwijking die door chromosomen van ouders wordt doorgegeven, wordt een erfelijkeziekte of erfelijke aandoening genoemd
In cellen van schimmels, planten en dieren tref je dna aan in de kern en in mitochondrien
In plantaardige cellen komt dna ook voor in chloroplasten.
Alle DNA moleculen in een cel noem je het genoom van een organisme