sociologie & psychologie

Cards (43)

  • sociologie is de studie van de invloed van een subcultuur op de maatschappij
  • sociale psychologie is de studie van de invloed van een subcultuur op het individu.
  • Een groep is een verzameling van twee of meer personen die met elkaar omgaan. Dat kan zijn omdat ze zich met elkaar identificeren of omdat zij een gemeenschappelijk doel hebben.
  • Vaak zal er sprake zijn van sociale identiteit, dat is het bewustzijn van een persoon dat hij tot een bepaalde groep behoort en door anderen als zodanig behandeld wordt.
  • Vanuit een sociaal perspectief bestuderen we het menselijk gedrag van sociale en maatschappelijke structuren. Daarom maken we een onderscheid tussen de soort groepen waartoe we behoren vanuit een aantal invalshoeken.
  • invalshoeken:
    1. direct waarneembare verzameling mensen,
    2. met een gemeenschappelijke houding,
    3. gericht op een bepaald doel,
    4. met een groepsstructuur die normen en rollen aangeeft.
  • sociologie is de wetenschap die de interactie bestudeert tussen personen en sociale eenheden. bv: factoren die de interactie tussen de groepsleden bepalen en de gevolgen daarvan op het menselijk gedrag.
  • sociale psychologie is een onderdeel van de psychologie. Sociale psychologen bestuderen de invloed van anderen op de gedachten, gevoelens en gedragingen van de mens.
  • De Amerikaanse socioloog Robert Merton deelt groepen in op basis van twee kenmerken.
    1. de mate van interactie: Bij interacties is er een wederzijdse beïnvloeding, de mate waarin de leden van de groep met elkaar communiceren.
  • 2. aanwezigheid van gemeenschappelijke waarden, normen (wat ze belangrijk vinden)
  • Op basis van deze twee dimensies krijgen we een eenvoudige typologie, die uit vier soorten groepen bestaat: primaire groep, collectiviteit, samenzijn, sociale categorie.
  • De primaire groep, collectiviteit en samenzijn zijn termen die Robert Merton beschreven heeft. Later heeft Muzart Sherif sociale categorie eraan toegevoegd.
  • Groepen zijn op basis van de volgende kenmerken te onderscheiden:
    - aantal mensen dat deel uitmaakt van de groep
    - samenstelling van de groep
    - fysieke contacten; face-to-face communiceren
    - gemeenschappelijke doeleinden
    - samenhorigheidsgevoel
  • primaire groep: interactie & communicatie + gemeenschappelijke waarden & normen
  • collectiviteit: geen interactie & communicatie + wel gemeenschappelijke waarden & normen
  • samenzijn: wel interactie & communicatie + geen gemeenschappelijke waarden & normen
  • sociale categorie: geen interactie & communicatie + geen gemeenschappelijke waarden en normen
  • primaire groep: fysieke contacten, face-to-facecommunicatie: aanwezig, gemeenschappelijke doeleinden, samenhorigheidsgevoel
  • collectiviteit: veel mensen, complexe samenstelling, gemeenschappelijke doeleinden
  • samenzijn: veel mensen, face-to-facecommunicatie, gemeenschappelijke doeleinden
  • sociale categorie: veel mensen, complexe samenstelling
  • De vrienden in de klas met wie je dagelijks optrekt vormen ook een primaire groep. Ze wachten je op in de gang na de les
  • In het samenzijn of The togetherness situation zien de mensen elkaar wel en kunnen ze zonder problemen met elkaar communiceren
  • Een collectiviteit kan een geloofsgemeenschap zijn of etnische gemeenschap, vakbond, jeugdbeweging of politieke partij.
  • Collectiviteiten zijn de meest voorkomende soort van groepen, die bestaan uit een net van kleinere netwerken. bv fanclub van Mega Mindy
  • Een sociale categorie is geen volwaardige groep. Het is een verzameling van mensen met een bepaald gemeenschappelijk kenmerk. Sociale categorieën worden van buitenaf gevormd
  • primaire groep eigenschappen: - informele & intense contacten - emotionele relatie - wij-gevoel - beslotenheid
  • Primaire groepen stoppen, ze zijn eindig. Regelmatige interne conflicten, want de relatie is er tegen bestand.
  • Samenzijn eigenschappen: - een klein aantal mensen zijn bij elkaar door de situatie waarin ze zich bevinden. - deze situatie is van voorbijgaande aard. Zodra de situatie er niet meer is, verdwijnt ook het samenzijn
  • collectiviteit eigenschappen: - zeer grote groep - meest voorkomende soort groep - schakel tussen microniveau (primaire groep) en macroniveau (samenleving) (maatschappelijk middenveld)
  • sociale categorie: - geen volwaardige groep - verzameling mensen met gemeenschappelijk kenmerk - van buitenaf gevormd - verwijzen naar een betekenisvolle sociale of sociologische entiteiten: bejaard, meisjes
  • sociale cognitie: zonder enige inspanning vorm je je op basis van een zintuiglijke waarneming een idee over welk soort persoon iemand is.
  • Je verzamelt alle informatie die je over dit soort persoon hebt, ook de waarden en de normen, de manier van werken, de omgang met anderen, de cognitieve mogelijkheden. je krijgt een denkbeeld/concept over die persoon
  • die nieuwe informatie wordt actief bewerkt en vergeleken met wat je al wist uit ervaring. De opgeslagen informatie is sociale cognitie. Met behulp van deze sociale cognitie wordt alle nieuwe, binnenkomende informatie actief bewerkt.
  • eerste indruk van een persoon: - zintuiglijke waarneming - sociale cognitie, waarbij je nieuwe informatie over iemand vergelijkt met wat je al weet. Met behulpt van wat je al weet (sociale cognitie) wordt alle nieuwe binnenkomende info (zintuiglijke waarneming ( actief bewerkt)
  • In de sociale psychologie gebruikt men sociale cognitie voor de mentale processen die een rol spelen wanneer je informatie over een ander (of over groepen mensen) in je opneemt, organiseert en interpreteert. Het is een vaardigheid die je kunt ontwikkelen. Bij sociale cognitie nemen je hersenen info uit sociale situaties op en verwerken die. Zo begrijp je die situatie s en de mensen die erbij betrokken zijn.
  • voordelen sociale cognitie: - helpt je het gedrag van anderen voorspellen en om er een juist oordeel over te vormen - op een goede manier ervaringen uitwisselen - deze kennis helpt je om beter sociaal te functioneren. bv: uit het gedrag van de toehoorder aflezen of je de juiste woorden gebruikt, of je niet te snel praat, verkeerde dingen zegt
  • Eerste indruk bestaat. Je vormt een beeld van anderen als je hen de eerste keer ziet
  • Hoelang je elkaar de eerste keer ziet, maakt niet uit. Uit onderzoek kunnen we met vrij grote zekerheid stellen dat je je binnen de eerste vijf seconden een correct beeld vormt over iemand