Week 1: invloeden op de ontwikkelingen

Cards (13)

  • Het cohort waartoe iemand behoort: Een groep mensen die rond dezelfde tijd en plek geboren zijn
  • Historische invloeden: omgevings- en biologische invloeden die verbonden zijn aan een specifiek historisch moment
  • Leeftijdsgebonden invloeden: biologische invloeden en omgeving invloeden die gelijk zijn voor mensen in een bepaalde leeftijdsgroep, ongeacht waar of wanneer ze opgroeien
  • Sociaal culturele invloeden: etnische afkomst, sociale klasse, lidmaatschap van een subcultuur en dergelijke
  • Niet normatieve gebeurtenissen: Specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven van een bepaald persoon, terwijl de meeste andere mensen hier niet mee te maken krijgen
  • Normatieve gebeurtenissen: gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen binnen een groep op dezelfde manier voltrekken: historisch, leeftijdsgebonden of sociaal cultureel
  • Belangrijke kwestie in ontwikkelingspsychologie: vraag of ontwikkeling zich op een continue of discontinue manier voltrekt
  • Continue verandering:
    • Ontwikkeling is geleidelijk en de prestaties vloeien op een bepaald moment voort uit op de vorige niveaus
    • Continue verandering is kwantitatief, verandering in hoeveelheid
    • Vaardigheden of kenmerken veranderen niet in aard, maar wel in omvang
  • Discontinue verandering:
    • Ontwikkeling vindt plaats in aparte stappen/stadia
    • Discontinue verandering is kwalitatief, verandering in inhoud en hoedanigheid
    • Gedrag is anders qua inhoud en hoedanigheid dan in eerdere stadia
  • Kritieke periode:
    • Een specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis de grootste en zelf onomkeerbare gevolgen heeft
    • Komen vooral voor wanneer bepaalde soorten van omgevingsstimuli noodzakelijk zijn voor een normale ontwikkeling, of wanneer blootstelling aan een bepaalde stimuli abnormale ontwikkeling tot gevolg heeft
  • Overtuiging verschuift het belang van kritieke periodes naar flexibiliteit op veel vlakken
    • Plasticiteit: de mate waarin een zich ontwikkeld gedragspatroon of fysieke structuur veranderlijk is
  • Ontwikkelingspsychologen spreken liever van Gevoelige periodes
    • Tijdens deze periode zijn mensen extra gevoelig voor bepaalde omgevingsfactoren en sterk ontvankelijk voor het leren van specifieke vaardigheden
  • Verschil kritieke periode en gevoelige periode:
    • Kritiek: permanent onomkeerbare gevolgen
    • Gevoelig: kan ontwikkeling verstoren, maar kan later weer opgeheven worden