Het cohort waartoe iemand behoort: Een groep mensen die rond dezelfde tijd en plek geboren zijn
Historische invloeden: omgevings- en biologische invloeden die verbonden zijn aan een specifiek historisch moment
Leeftijdsgebonden invloeden: biologische invloeden en omgeving invloeden die gelijk zijn voor mensen in een bepaalde leeftijdsgroep, ongeacht waar of wanneer ze opgroeien
Sociaal culturele invloeden: etnische afkomst, sociale klasse, lidmaatschap van een subcultuur en dergelijke
Niet normatieve gebeurtenissen: Specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven van een bepaald persoon, terwijl de meeste andere mensen hier niet mee te maken krijgen
Normatieve gebeurtenissen: gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen binnen een groep op dezelfde manier voltrekken: historisch, leeftijdsgebonden of sociaal cultureel
Belangrijke kwestie in ontwikkelingspsychologie: vraag of ontwikkeling zich op een continue of discontinue manier voltrekt
Continue verandering:
Ontwikkeling is geleidelijk en de prestaties vloeien op een bepaald moment voort uit op de vorige niveaus
Continue verandering is kwantitatief, verandering in hoeveelheid
Vaardigheden of kenmerken veranderen niet in aard, maar wel in omvang
Discontinue verandering:
Ontwikkeling vindt plaats in apartestappen/stadia
Discontinue verandering is kwalitatief, verandering in inhoud en hoedanigheid
Gedrag is anders qua inhoud en hoedanigheid dan in eerdere stadia
Kritieke periode:
Een specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis de grootste en zelf onomkeerbare gevolgen heeft
Komen vooral voor wanneer bepaalde soorten van omgevingsstimuli noodzakelijk zijn voor een normale ontwikkeling, of wanneer blootstelling aan een bepaalde stimuli abnormale ontwikkeling tot gevolg heeft
Overtuiging verschuift het belang van kritieke periodes naar flexibiliteit op veel vlakken
Plasticiteit: de mate waarin een zich ontwikkeld gedragspatroon of fysieke structuur veranderlijk is
Ontwikkelingspsychologen spreken liever van Gevoelige periodes
Tijdens deze periode zijn mensen extra gevoelig voor bepaalde omgevingsfactoren en sterk ontvankelijk voor het leren van specifieke vaardigheden
Verschil kritieke periode en gevoelige periode:
Kritiek: permanent onomkeerbare gevolgen
Gevoelig: kan ontwikkeling verstoren, maar kan later weer opgeheven worden