vulkanisme en aardbevingen

• een aardbeving begint diep in de aardkorst
• spleetvulkaan> magma is erg vloeibaar, hierdoor barst de vulkaan effusief
• schildvulkaan> vlakke hellingen, door effusieve eruptie kan het vloeibare lava ver stromen over een groot oppervlak
• stratovulkaan> combinatie spleet- en schildvulkaan, explosieve erupties, stroperig gesmolten gesteente
• hoe meer gas, hoe heftiger de explosie
• celdera> wanneer stratovulkaan uitbarst, stort de magma kamer in
• hotspots> het punt waar de druk losschiet, waardoor een aardbeving ontstaat
• tsunami> ontstaan door aardbevingen in de zee, aardplaat wordt opgetild en daarna valt hij met een klap naar beneden