De ideologie van de liberale democratie is gebaseerd op het principe dat individuen vrij zijn om hun eigen leven te bepalen, zolang ze niet anderen schade toebrengen.
politics
processen waardoorconflicten (via consensus en strijd) worden opgelost
polity
betreft de organisatie en structuur van een politieke gemeenschap
policy
beleid, hoe samenleving hoort te zijn met de middelen die nodig zijn
soevereiniteit
hoogste gezag
Staat
interne soevereiniteit
als hoogste gezag regeert over (groep) mensen
binnen een bepaalde grondgebied
en daarbij het geweldsmonopolie en belastingmonopolie bezit
externe soevereiniteit
non-interventiebeginsel
staten bemoeien zich niet met interne zaken van andere staten
depersonalisering
functie en persoon zijn gescheiden. functie bepaalt de macht niet meer de persoon
formalisering
rechten en plichten worden (steeds meer) officieel vastgelegd
integratie
staat en samenleving zijn bij staatsvorming verweven geraakt. (staat zorgt voor bescherming samenleving betaalt )
poldermodel
overlegcultuur waarbij consensus centraal staat
conflictmodel
strijd voeren om anderen te overtuigen van standpunt
harmoniemodel
overlegcultuur waarbij consensus centraal staat
beleid
streven naar het bereiken van doelen, met bepaalde middelen op bepaalde tijdstippen.
trias politica
wetgevende macht
uitvoerende macht
rechtsprekende macht
ambtenaren
massemedia
lobbygroepen
Besluitvorming modellen
systeemmodel (eisen, steun, kansen, en bedreigingen door omgeving) machine
stromenmodel (moment waarop toevallig een kans is op keuze, window of opportunity) chaos
barrièremodel (hindermacht) politieke strijd om macht