Geschiedenis

Cards (33)

  • West-Europa in 800 solution: invoer luxeproducten, geen uitvoer van producten naar het Verre Oosten
  • Welke landen in West-Europa?
    Genua en Venetië vervoerden de producten van Byzantium naar Europa
  • West Europa in 800
  • voordelen keerploeg solution: 1. wielen: wendbaarder 2. ijzer: dieper en zwaarder ploegen 3. koutermes: snijdt de grond open 4. ploegschaar: knipt de grond verder open tot de zoden 5. keerblad: keert de zoden om
  • energiebronnen vroege ME: spierkracht van mens en dier
  • energiebronnen late ME: wind en waterkracht
  • nadelen wind en waterkracht: 1. niet overal voldoende verval 2. water kan bevriezen 3. windstille dagen 4. te weinig water bij droogte
  • voordelen wind en waterkracht: 1. geen CO2 uitstoot 2. onuitputtelijk 3. goedkoop
  • in de vroege ME is de landbouwopbrengst laag omwille van 1. de invallen van de Germanen 2. de primitieve werktuigen en kennis 3. het gebrek aan mest 4. het 2 slagstelsel
  • Ondanks vele vernieuwingen in de late ME blijft de voedselproductie laag omwille van 1. misoogsten door weersomstandigheden
  • Dankzij het 3 slagstelsel: 1. stijgt het rendement per akker 2. door de stijging van de bevolking zijn er meer boeren 3. door de verbetering van de technieken zijn er minder boeren nodig op velden 4. kan men meer velden ontginnen 5. de overtollige boeren trekken naar de stad of naar het oosten van de Elbe 6. boeren gaan handelen
  • voeding: 1. eenzijdig 2. belangrijkste is graan 3. men eet zelden vlees 4. vanaf de 14de eeuw daalt de bevolking door de pest dus akkers komen vrij voor andere teelten
  • werktuigen vroege ME: primitief meestal gemaakt uit hout (sikkel, pik)
  • technieken vroege ME: 2 slagstelsel, haak of schuifploeg, ossen
  • bemesting vroege ME: toevallig
  • werktuigen late ME: gebruik van ijzer, maakt werktuigen steviger
  • technieken late ME: 3 slagstelsel, kar of wielploeg, keerploeg in Vlaanderen, Dorsvlegel, hoefijzer en haam voor paarden
  • bemesting late ME: stalmest
  • het 2 slagstelsel bestaat uit: graan en braak
  • 10de tot 11de eeuw: ontginningen
  • 10de tot 11de eeuw: interne kolonisatie: bos kappen, moeras droogleggen, polders indijken, heidenen grond bemesten
  • 10de tot 11de eeuw: externe kolonisatie: verhuizen naar gebieden ten oosten van de Elbe
  • het 3 slagstelsel bestaat uit: wintergraan, zomergraan en braak
  • 2 voordelen van het 3 slagstelsel: 1. grond wordt 1/6 extra bewerkt (+ stijging opbrengst) 2. 2 soorten graan (kans op misoogsten daalt)
  • vroege ME: domeinen op open plekken in wouden
  • vroege ME: noord Europa: veeteelt omwille van geen vruchtbare grond
  • vroege ME: in Vlaamse kustvlaktes: schapenteelt -> textielnijverheid
  • vroege ME: zuid Europa: naar Romeins model: graan, wijn en olijventeelt -> via kloosters verspreiding over heel Europa , vermengen met Germaanse gewoonten
  • Na de val het WRR in de vroege ME: autarkie: handel valt weg, mensen voorzien hun eigen levensonderhoud
  • vanaf de 8ste eeuw in de vroege ME: invallen van Noormannen, Magyaren en islamieten bemoeilijken en beperken de handel
  • vanaf de 10de eeuw in de late ME: voedseloverschotten maken handel terug mogelijk, verkoop op kleine lokale markten
  • vanaf de 11de tot 13de eeuw: via jaarmarkten in de Champagnesteden, continentale handel
  • vanaf de 14de eeuw in de late ME: handel over zee via kusten, maritieme handel