Psychologie

Cards (7)

  • Merton's criteria om groepen op te delen:
    1. mogelijkheid tot communicatie (tussen groepsleden)
    2. aanwezigheid van gemeenschappelijke waarden en normen
  • Groep:
    • Kleine groep (met persoonlijke/emotionele relaties)
    • Intensief contact
    • informeel contact
    • Groot wij-gevoel
    • Beslotenheid
  • Collectiviteit:
    • (hele) grote groep (waardoor er geen contact tussen alle leden is)
    • Samenhorig o.b.v. gemeenschappelijke normen en waarden
    • Bestaat uit kleinere netwerkjes
    • Meest voorkomende soort
  • Samenzijn:
    • Toevallig in elkaars nabijheid
    • Enkel verbonden door de situatie
    • Einde van situatie = einde van samenzijn
    • Geen gemeenschappelijke waarden, normen of doelstellingen
  • Structuur van sociale groepen:

    Formeel:
    • duidelijke doelstellingen
    • hiërarchie
    • regels (lidkaarten, lidgeld, uniformen, reglement)

    Informeel:
    • groep ontstaat spontaan en wordt door persoonlijke relaties in stand gehouden
    • geen vaste structuur
    • geen uitgeschreven regels (geen lidkaarten, uniformen, lidgeld)
  • Sociale categorie:
    • Geen interactie en geen gemeenschappelijke normen en waarden
    • 1 gemeenschappelijk kenmerk
    • sociaaleconomisch
    • cultureel
    • demografisch
    • Van buitenaf gevormd door externe instanties
  • Organisaties: samenlevingsverband tussen mensen die speciaal voor het realiseren van bepaalde doelstellingen wordt opgericht.