PWW2 3VWO

Cards (134)

  • Indirecte oorzaken voor de Grote Oorlog (eerste wereldoorlog):
    • Nationalisme: liefde naar eigen volk, haat naar andere volken
    • Militarisme: Verheerlijking van alles wat met het leger te maken heeft
    • Wapenwedloop: Race om het sterkst bewapend te zijn
    • Bondgenootschappen: geallieerden (Frankrijk, Groot Brittannië, Rusland, later ook Italië en de VS) en de centralen (Duitsland, Oostenrijk, later ook het Ottomaanse rijk)
    • Door de Bondgenootschappen deden steeds meer volken mee en werd het uiteindelijk een wereldoorlog
  • De directe oorzaak van de eerste wereldoorlog is de moord op de kroonprins van Oostenrijk: Frans Ferdinand. Hij werd neergeschoten door een 19 jarige Serviër in Sarajevo (nu de hoofdstad van Bosnië) op 28 juni 1914. Oostenrijk besloot dus Servië te straffen. 
    • Door de bondgenootschappen kreeg Oostenrijk steun van Duitsland en Servië kreeg steun van Rusland, dat weer steun kreeg van Frankrijk. 
    • 28 Juli 1914: Oostenrijk verklaard Servië de oorlog
  • Von Schlieffenplan:
    • Duits plan om een tweefrontenoorlog te voorkomen
    • Duitsland trekt eerst neutraal België in om Frankrijk vanaf het noorden aan te vallen, wat resulteerde in Groot-Brittannië die Duitsland de oorlog verklaarde
    • Troepen hoopten op een snelle overwinning, maar deze kwam niet, met honderdduizenden doden in de eerste week door granaten en machinegeweren
  • Bureaucratie
    bestuur met veel ambtenaren en regels
  • communist
    radicale socialist, aanhanger van Lenin
  • geheime dienst
    overheidsdienst die in het geheim de staatsveiligheid bewaakt
  • etnische zuivering
    acties om etnische groepen in een gebied in aantal te verminderen
  • Vrede van Versailles
    Vredesverdrag tussen de geallieerden en Duitsland (1919)
  • zelfbeschikkingsrecht
    recht van een volk om zelf te bepalen bij welke staat zijn gebied hoort en hoe deze staat wordt bestuurd
  • beurskrach
    sterke en snelle daling van de aandelenkoersen op de beurs
  • consumptiemaatschappij
    samenleving waarin veel consumptiegoederen worden gekocht
  • lopende band
    productiesysteem waarbij werknemers handelingen verrichten aan voorbijkomende producten
  • subsidie
    financiële steun van de overheid
  • fascisme
    antidemocratische, gewelddadige, extreem nationalistische en totalitaire politieke beweging
  • indoctrineren
    systematisch opdringen van ideeën
  • planeconomie
    economie waarbij de overheid voorschrijft wat moet worden geproduceerd
  • totalitair
    als de overheid volledig heerst over de samenleving
  • links (in de politiek)

    vooruitstrevend
  • nationaalsocialisme
    antidemocratische, totalitaire, gewelddadige, extreem nationalistische en racistische politieke beweging
  • rechts (in de politiek)

    conservatief, voor sterke leiders
  • regime
    ondemocratische regering
  • appeasement
    toegeven aan eisen om de vrede te bewaren, verzoening
  • capituleren
    overgeven
  • diplomatie
    overleg tussen staten
  • invasie
    vijandelijke aanval
  • Door de bondgenootschappen kreeg Oostenrijk steun van Duitsland en Servië kreeg steun van Rusland, dat weer steun kreeg van Frankrijk
  • In 1914, Duitsland valt België binnen, wat Groot-Brittannië aanzet om Duitsland de oorlog te verklaren
  • Door het mislukken van de overwinning in Frankrijk ontstond een tweefrontenoorlog, waarbij Rusland Oostenrijk en Oost-Pruisen binnenviel
  • In 1915 werden troepen van het westfront naar het oostfront gestuurd, waar gebieden van de Russen werden veroverd en Oostenrijk werd teruggenomen
  • In 1916 vocht Rusland terug en nam een deel van Oostenrijk in, maar in 1918 kwam er vrede tussen Rusland en Duitsland
  • In 1918 rukten de Duitsers tientallen kilometers op, maar de geallieerden bleken sterker, mede door de steun van de VS met een kwart miljoen soldaten per maand naar Frankrijk en het gebruik van nieuwe wapens zoals tanks
  • Op 11 november 1918 om 11 uur ging er een wapenstilstand in, waarmee de Eerste Wereldoorlog eindigde
  • Late industriële revolutie in Rusland in 1914, waar 80% van de bevolking nog steeds arme boeren waren die onderdrukt werden door de adel
  • Absolute macht in Rusland lag bij de Tsaar, kritiek op hem werd onderdrukt
  • Lenin wilde een dictatuur vestigen met behulp van zijn aanhangers (bolsjewieken)
  • Veel valse beloften voor stemmen
  • 1918: Oktoberrevolutie - Lenin pleegt een staatsgreep & de bolsjewieken nemen de Doema gevangen in St. Petersburg
  • Rusland werd een eenpartijstaat
  • Tegenstanders werden vermoord en in concentratiekampen gezet
  • Rode leger (bolsjewieken) gecontroleerd door ambtenaren