Frans Apprendre 2 H3

Cards (23)

  • een plek
    un endroit
  • beslissen
    décider
  • niemand
    ne ... personne
  • op onderzoek uitgaan naar
    partir à la recherche de
  • het gevaar
    le danger
  • geen enkel
    aucun
  • het verhaal
    l'histoire (f)
  • grappig
    amusant
  • overleven
    survivre
  • het leven
    la vie
  • op een dag
    un jour
  • een glimlach
    un sourire
  • ingewikkeld
    compliqué
  • hij hoort (horen)
    il entend (entendre)
  • aanraden
    recommander
  • ongelukkig
    malheureux, malheureuse
  • moeite hebben met
    avoir du mal avec
  • want
    car
  • de hoofdpersoon
    le personnage principal
  • persoonlijk
    personnellement
  • verlegen
    timide
  • slecht
    mauvais
  • het einde
    la fin