Frans Apprendre 1 H3

Cards (25)

  • beschrijven
    décrire
  • de persoon
    la personne
  • het voorwerp
    l'objet (m)
  • het gebouw
    le bâtiment
  • het ding
    le truc
  • het verschil
    la différence
  • van hout
    en bois
  • van plastic
    en plastique
  • van metaal
    en métal
  • zwaar
    lourd
  • licht
    léger, légère
  • de haren
    les cheveux (m pl)
  • de ogen
    les yeux (m pl)
  • de mond
    la bouche
  • de huid
    la peau
  • de vorm
    la forme
  • rond
    rond
  • vierkant
    carré
  • de maat
    la taille
  • de plaats
    l'endroit (m)
  • de materiaalsoort
    le matériau
  • de beschrijving
    la description
  • de situatie
    la situation
  • van papier
    en papier
  • plat
    plat