Frans Apprendre 4 H3

Cards (21)

  • meten, lang zijn
    mesurer
  • van stof
    en tissu
  • verboden (verbieden)

    interdit (interdire)
  • vanaf
    à partir de
  • hij zegt (zeggen)

    il dit (dire)
  • de eigenaar
    le propriétaire
  • zich verstoppen, verbergen
    se cacher
  • de vacht
    les poils (m pl)
  • twijfelen
    hésiter
  • de poot
    la patte
  • ik heb gezien (zien)

    j'ai vu (voir)
  • in goede gezondheid
    en bonne santé
  • de staart
    la queue
  • de volgende keer
    la prochaine fois
  • jong
    jeune
  • de ketting, de halsband
    le collier
  • gekruld
    bouclé
  • voor (plaats)

    devant
  • de keuze
    le choix
  • duidelijk
    clairement
  • de tekenfilm
    le film d'animation