toets thema 3

    Cards (18)

    • Z = atoomnummer = aantal protonen in de kern = aantal elektronen op de schillen (indien atoom neutraal is)
    • A = massagetal = som van aantal protonen en neutronen in de kern (massa van elektronen verwaarloosbaar klein)
    • absolute atoommassa -> relatieve atoommassa . u
      u = 1,66 . 10-²7 kg
    • relatieve atoommassa
    • molecullmassa (atoombinding)
      = de som van de atoommassa's van de samenstellende atomen
    • formulemassa (atoombinding)
      = som van de massa's van de ionen in de formule-eenheid
    • 1 mol = 6,02 . 10²³ deeltjes (atomen, moleculen, ...)
    • getal van Avogadro = NA
      = 6,02 . 10²³ deeltjes/mol
    • aantal deeltjes -> N -> (deeltjes)
      Massa -> m -> g
      Hoeveelheid mol -> n -> mol
      constante van Avogadro -> NA -> deeltjes/mol
      Molaire massa -> M -> g/mol
    • N = n . NA
      n= N/NA
    • m = n . M
      n = m/M
    • stoichiometrische vraagstukken
      n ( T . H)
      n ( w. H )
      M ( g/mol )
      m ( g )
    • oplossing = opgeloste stof + oplosmiddel ( solvent )
    • concentratie = hoeveelheid opgeloste stof / hoeveelheid oplossing
    • massaconcentratie -> c ( g/l ) -> g/l -> c (g/l) = m/V
      molaire concentratie -> c -> mol/l -> c = n/V
    • extra hoeveelheid opgeloste stof -> concentratie stijgt
      extra hoeveelheid oplosmiddel (= verdunnen) -> concentratie daalt
      hoeveelheid oplosmiddel verdampen -> concentratie stijgt
      nog iets
    • ntot = n1 + n2
      Vtot = V1 + V2
      ctot = ntot + Vtot
    • molaire gasvolume -> Vm -> l/mol
      V = n . Vm
    See similar decks