Belasting

Cards (15)

  • Btw staat voor belasting toegevoegde waarde.
  • Een indirecte belasting wordt indirect aan de overheid betaald.

    Via bevoorbeeld een onderneming.
  • Er zijn drie btw-tarieven: 21% (standaard), 9% (verlaagd, op eten en drinken) en 0% (bij leveringen aan het buitenland.

    Vaste tarieven
  • Accijns worden geheven op: alcohol, tabak en benzine.
    Om het gebruik ervan te ontmoedigen.
  • De drie boxen: Box 1 (inkomen uit werk en eigen woning), Box 2 (inkomen uit aandelen, minstens 5%), Box 3 (eigen vermogen). 

    .
  • Bij proportioneel tarief betalen alle inkomens procentueel evenveel belasting.
    Het gemiddelde belastingtarief is altijd ..
  • Bij progressief tarief betalen hogere inkomens in verhouding meer belasting dan lagere inkomens.
  • Bij degressief tarief betalen hogere inkomens relatief minder belasting dan lagere inkomens.
  • Het belastbaar inkomen is gelijk aan het brutoloon minus aftrekposten en plus bijtellingen.
  • Gemiddelde belastingdruk is de te betalen belasting als percentage van het brutoloon. 

    te betalen belasting / brutoloon x 100% =
  • Marginale belastingdruk is het belastingpercentage dat iemand betaald over zijn laatst verdiende euro.
  • Nivelleren is het zo klein mogelijk maken van de verschillen tussen inkomens.
  • Denivelleren is het vergroten van de verschillen tussen inkomen.
  • Marginale belastingtarief x (hypotheekrente - eigenwoningfortait) = hypotheekrenteaftrek
  • voordeel uit sparen en beleggen = (belastbaar vermogen/ vermogen) x belastbaar rendement