Futur Simple

Cards (31)

  • Ik zal zijn
    Je serai
  • ik zal hebben
    j’aurai
  • ik zal doen/maken
    je ferai
  • ik zal gaan
    j’irai
  • ik zal kunnen
    je pourrai
  • ik zal werken

    je travaillerai
  • ik zal wonen
    j’habiterai
  • ik zal dragen
    je porterai
  • Zij zal zijn
    Elle sera
  • zij zal hebben

    Elle aura
  • zij zal doen/maken
    Elle fera
  • zij zal gaan
    Elle ira
  • zij zal kunnen
    elle pourra
  • zij zal werken
    elle travaillera
  • zij zal wonen
    elle habitera
  • zij zal dragen
    elle portera
  • over 20 jaar zal ik dokter zijn

    Dans 20 ans je serai medicin (streepje op de e naar rechts)
  • ik zal 2 kinderen hebben en getrouwd zijn
    J’aurai deux enfants et mariee (streepje op de eerste e naar rechts)
  • ik woon in een villa in Los Angeles
    j’habiterai dans une villa a Los Angeles (streepje op de a naar links)
  • Ik zal een kat hebben

    J’aurai un chat
  • Ik zal heel sportief en aardig zijn
    Je serai sportive et sympa
  • ik zal een tesla hebben
    J’aurai une Tesla
  • ik zal vaak lezen en werken
    je lirai et travaillerai souvent
  • mijn beste vriendin en ik zullen vaak samen naar het strand gaan
    Ma meilleur ami et moi allons souvent a (streepje naar links) la plage ensemble
  • Over 20 jaar zal mijn beste vriendin juf zijn op de basisschool
    Dans 20 ans ma meilleure ami sera maîtresse a (streepje naar links)l’ecole (streepje op de e naar rechts) primaire
  • ze zal 2 kinderen hebben en getrouwd zijn
    elle aura deux enfants et elle sera mariee (streepje op de tweede e naar rechts)
  • ze zal in een rijtjeshuis in Los Angeles wonen
    elle habitera dans une maison mitoyenne a (streepje naar links) Los Angeles
  • ze zal 2 honden hebben
    elle aura deux chiens
  • ze zal aardig zijn
    elle sera sympa
  • ze zal een Ford hebben
    elle aura une Ford
  • ze zal vaak samen met mij uiteten
    elle dinera souvent avec moi