Een vorm van stimulus-respons leren waarbij de kans op een respons verandert door de gevolgen ervan, oftewel door de stimuli die op de respons gevolgen oproept.
- Gedrag wordt aangestuurd door beloningen en straffen.
Bekrachtiger: een situatie (het aanbieden of verwijderen van een stimulus) die op een respons volgt en die versterkt. (preciezere term voor beloning)
Positieve bekrachtiging: het aanbieden van een aangename stimulus na een respons, waardoor de kans dat die respons zich herhaalt toeneemt. (denk aan voedsel, geld en aandacht)
Negatieve bekrachtiging: het weghalen van een vervelende of aversieve (vervelende\pijnlijke) stimulus na een respons, waardoor de kans toeneemt dat die respons zich niet herhaalt.
Straf: Een riskante manier om gedrag te beïnvloeden. Het is een consequentie die het gedrag verzwakt dat eraan voorafging.
Positieve straf: het toedienen van een aversieve stimulus na een respons. (Als je een hete pan aanraakt word je door de pijn gestraft)
Negatieve straf: Het weghalen van een aantrekkelijke stimulus na een respons. (je mag geen tv meer kijken zodat je naar je ouders gaat luisteren of je huiswerk maakt, kind komt te laat thuis en krijgt geen eten)