Save
LAT - vocabulaire 🏛️
paasexamen 🐣
Latijn - voc. 881-900
Save
Share
Learn
Content
Leaderboard
Learn
Created by
Clara Hana
Visit profile
Cards (20)
collocare
~
o
plaatsen
;
opstellen
orare
~
o
bidden
;
smeken
ornare
~
o
versieren
;
in
orde
brengen
parare
~
o
klaarmaken
;
verwerven
regnare
~
o
heersen
superare
~
o
overwinnen
;
overblijven
temptare
~
o
proberen
;
op
de
proef
stellen
vulnerare
~
o
verwonden
adscendere
~
o
[adscendi, adscensum]
stijgen
;
beklimmen
emere
~
o
[emi, emptum]
kopen
pellere
~
o
[pepuli, pulsum]
verdrijven
promittere
~
o
[promisi, promissum]
beloven
vertere
~
o
[verti, versum]
(
om
)
keren
;
veranderen
in
recipere
~
io
[recepi, receptum]
ontvangen
forte
(
bijwoord
)
toevallig
frustra
(
bijwoord
)
tevergeefs
iterum
(
bijwoord
)
opnieuw
usque
(
bijwoord
)
ononderbroken
velut
(
bijwoord
)
zoals
aqua
aquae
v.
het water