Latijn - voc. 881-900

Cards (20)

  • collocare
    ~o
    plaatsen; opstellen
  • orare
    ~o
    bidden; smeken
  • ornare
    ~o
    versieren; in orde brengen
  • parare
    ~o
    klaarmaken; verwerven
  • regnare
    ~o
    heersen
  • superare
    ~o
    overwinnen; overblijven
  • temptare
    ~o
    proberen; op de proef stellen
  • vulnerare
    ~o
    verwonden
  • adscendere
    ~o
    [adscendi, adscensum]
    stijgen; beklimmen
  • emere
    ~o
    [emi, emptum]
    kopen
  • pellere
    ~o
    [pepuli, pulsum]
    verdrijven
  • promittere
    ~o
    [promisi, promissum]
    beloven
  • vertere
    ~o
    [verti, versum]
    (om)keren; veranderen in
  • recipere
    ~io
    [recepi, receptum]
    ontvangen
  • forte
    (bijwoord)
    toevallig
  • frustra
    (bijwoord)
    tevergeefs
  • iterum
    (bijwoord)
    opnieuw
  • usque
    (bijwoord)
    ononderbroken
  • velut
    (bijwoord)
    zoals
  • aqua
    aquae v.
    het water