Save
nederlands
Save
Share
Learn
Content
Leaderboard
Learn
Created by
Alya
Visit profile
Subdecks (1)
schooltaalwoorden
nederlands
15 cards
Cards (187)
bederven
bedierf
/
bedirven
bedriegen
bedroog
/
bedrogen
beginnen
begon/
begonnen
bergen
borg
/borgen
bevelen
beval/bevalen
bezwijken
bezweek/bezweken
bidden
bad
/
badden
bieden
bood/
boden
bijten
beet/
beten
binden
bond/bonden
blazen
blies
/bliezen
blijken
bleek/bleken
blijven
bleef
/
bleven
blinken
blonk
/
blonken
breken
brak
/
braken
brengen
bracht
/
brachten
buigen
boog/
bogen
denken
dacht
/
dachten
doen
deed/deden
dragen
droeg/droegen
drijven
dreef/
dreven
dringen
drong
/
drongen
drinken
dronk
/
dronken
druipen
droop/dropen
duiken
dook/doken
dwingen
dwong/dwongen
eten
at/
aten
fluiten
floot
/
floten
gaan
ging/gingen
gelden
gold
/
golden
genezen
genas
/
genazen
genieten
genoot
/
genoten
geven
gaf
/
gaven
gieten
goot
/
goten
glijden
gleed/gleden
glimmen
glom
/
glommen
graven
groef
/groeven
grijpen
greep
/
grepen
hangen
hing/hingen
hebben
had
/
hadden
See all 187 cards