wetenschappen thema 4 1.1

• gelijkstroom: De baterijen zijn +of- polen vast
• Als er geen verbruiker in de stroomkring staat ontstaat er dan kortsluiting
• wisselstroom: Bij een netspanning via een stopcontact wisselen de polen voortdurend
• Insolator: hinderd de beweging van de ladingen sterk
• stroomzin: De richting die de stroom volgt
• geleider: laat de bewegende ladingen gemakkelijk door
• voorbelden islolator: hout , rubber
• voorbeelden geleider: kraantjeswater, metalen
• technologische toepassingen: zonnenpanelen, windmolens, elektriciteit
• ander soort elektriciteit: bliksem, haren omhoog, kortsluiting

• wat gebeurt er als je een ballon tegn een trui wrijft en loslaat? En hoe dan?

  De ballon blijft plakken aan de trui. De negatieve ballon trekt de postitive trui aan.
• hoe kun je zorgen voor afstoting tussen 2 ballonen?

  we geven ze alle 2 negative lading.
• wat gebeurt er als je, je hand op een plasmabol legt?

  er ontstaat een lichtstraal tussen het midden van de bol en je hand.
• hoe ontstaan lichtstaatl?

  door de ladingen die zich in de lucht bewegen.
• elektrice fenomenen onstaand door elektriche ladingen
• 2 soorten elektrice ladingen?

  1. negatief —> kunnen bewegen
  2. positief
• elektrice stroom: Is de beweging van de ladingen.