Vanaf de zeventiende eeuw trokken veel Europeanen naar Amerika. Veel mensen konden in hun eigen land niet meer vooruitkomen. Dit had alles te maken met oorlogen, misoogsten en recessies. Daardoor was er honger, armoede en werkeloosheid.
Factoren om te vertrekken noemen we ook wel de push-factoren.
Inwoners die vertrekken uit een gebied heten emigranten.
Na de Amerikaanse revolutie en het begin van de onafhankelijkheid groeide de bevolking in de Verenigde Staten snel.
De overheid maakte het aantrekkelijk om in de Verenigde Staten te komen wonen.
Veel emigranten gingen naar gebieden waar de grond nog niet ontgonnen was.
De nognietontgonnengrond was een pull-factor voor de mensen die gingen migreren.
In de Verenigde Staten en een aantal andere landen (zoals Australië, Nieuw-Zeeland en Canada) zijn de immigranten van destijds nu de grootste bevolkingsgroep.
De originele inheemse bevolkingsgroepen van deze landen zijn veelal verdwenen (vermoord, oorlog,economischuitgebuit, verdreven) door deze immigratiegolf.
Omdat er zo veel verschillende factoren zijn om te migreren verdelen we migratie in verschillende soorten migratie, namelijk:
economische migratie
politieke migratie
sociale migratie
Wanneer iemand een economische migrant is dan verhuist deze migrant vanwege economische redenen.
Een voorbeeld van een economische migrant is een arbeidsmigrant.
Een arbeidsmigrant verlaat zijn eigen woonplek om ergens anders te kunnen gaan werken.
Op het moment dat arbeidsmigranten een paar maanden blijven in het land waar werk is dan noemen we dit ook wel seizoensmigratie.
Seizoensmigratie heerst vooral in de landbouwsector, ook wel de primaire sector genoemd.
Hoger opgeleide mensen, vaak met specifieke technische kennis, worden door rijke westerse landen naar hun land gehaald.
Wanneer migranten vanwege hun kennis naar een land gaan noemen we ze ook wel kennismigranten.
Voor het land waar de hoger opgeleide mensen weggaan is dit niet goed.
Als er bijvoorbeeld een hoogopgeleide Indiër naar Nederland wordt gehaald is dat voor India een braindrain (het verlies van kennis).
Tegenwoordig vluchten miljoenen mensen uit hun eigen land vanwege politieke redenen.
Politieke migranten vluchten omdat ze zich niet meer veilig voelen in hun eigen land door oorlog of omdat ze niet hun eigen godsdienst of seksuele geaardheid mogen uiten.
Daarnaast kan het zijn dat een politieke migrant wegens zijn etnische groep, nationaliteit, of meningsuiting vertrekken uit hun land. Deze mensen noemen we vluchtelingen.
Op het moment dat een vluchteling de status van vluchteling aanvraagt in een ander land dan is dit een verzoek tot bescherming of ook wel asiel.
Er zijn ook mensen die in een veilig land wonen maar vluchten vanwege extreme armoede. Zij hopen dan een nieuw leven op te kunnen bouwen in het nieuwe land. Dit noemen we economische vluchtelingen.
Klimaatvluchtelingen vluchten vanwege het extremer worden van het klimaat in het land waar zij wonen.
Op het moment dat mensen verhuizen om bij familie of vrienden te gaan wonen dan noemen we dit sociale migratie.
Als iemand gaat samenleven met een partner uit een ander land, dan is dit gezinsvorming.
Wanneer migratie leidt tot een nieuwe migratie dan spreken we van kettingmigratie.