nomenclatuur

• opbouw musculoskeletaal systeem


  beenderig stelsel

  ligamenten & pezen

  spieren

  bloedvaten

  zenuwen
• vlakken


  transversaal

  sagittaal

  coronaal
• beweging


  flexie - extensie

  abductie - adductie

  circumductie

  endorotatie - exorotatie

  supinatie - pronatie

  inversie - eversie

  pantairflexie - dorsiflexie

  oppositie

  retractie - protractie

  depressie - elevatie

  lateroflexie
• flexie - extensie


  (hand) naar binnen plooien - (hand) recht houden

  -> naar buiten plooien= hyperextensie
• abductie - adductie


  (arm) naar buiten bewegen - (arm) naar binnen bewegen
• circumductie


  cirkelbeweging maken (met arm)
• endorotatie - exorotatie


  (arm) naar binnen draaien - (arm) naar buiten draaien

  ! vanuit schouder !
• supinatie - pronatie


  (arm) naar buiten draaien - (arm) naar binnen draaien

  ! vanuit elleboog !
• inversie - eversie


  (voet) naar binnen plooien - (voet) naar buiten plooien
• plantairflexie - dorsiflexie


  (voet) naar boven plooien - (voet) naar onder plooien
• oppositie


  tegenover elkaar plaatsen (bv duim naar pink brengen)
• retractie - protractie


  (schouders) naar achter plooien - (schouders) naar voor plooien
• depressie - elevatie


  (kaak) naar onder bewegen (= mond open) - (kaak) naar boven bewegen (= mond dicht)
• lateroflexie


  (hoofd) naar links of rechts