Samenvatting H3: Brazilië

Cards (23)

  • Vanaf 1500 is Brazilië ontdekt, in bezit genomen en ontgonnen. Groot land en niet eenvoudig te besturen. 1500-1822: Brazilië is kolonie van Portugal (land verdeeld onder kolonisten [grootgrondbezitters], opdeling land in deelstaten met gouverneur en parlement, veel grootgrondbezitters in parlement [veel macht]). 1822-1888: Brazilië is koninkrijk (Brazilië wordt onafhankelijk in 1822, koning met parlement aan de macht, weinig mensen hadden stemrecht). 1888-1964: Brazilië is republiek (gekozen president en parlement, veel grootgrondbezitters nog steeds in politiek [macht]).
  • 1930-1964: Presidenten trokken meer macht naar zich toe. 1964: Militairen plegen staatsgreep. 1964-1985: Brazilië is militaire dictatuur (2 politieke partijen, geen persvrijheid, onderdrukking politieke tegenstanders). Focus op groei economie door industrialisatie. Daarvoor moesten buitenlandse importproducten duurder worden gemaakt met belastingen en moesten importproducten zelf worden gemaakt (importsubstitutie). Binnenland bereikbaar maken (wegen). Veel nieuwe bedrijven (werk en inkomsten) Maar ook: hoge kosten industrialisatie en import van aardolie (hoge geldleningen in het buitenland)
  • Economische crisis in jaren zeventig en tachtig van vorige eeuw door hoge olieprijs en hoge kosten van de leningen. Gevolgen: 
    • bezuinigingen en lagere productie 
    • veel bedrijven failliet en stijging werkloosheid 
    • macht van militaire regime werd kleiner. 
    Democratisering: bevolking kreeg meer inspraak in de politiek. In de jaren tachtig kon de bevolking weer de president kiezen en stemmen op verschillende politieke partijen. 
  • Vanaf 1985: nieuwe republiek. Brazilië wil een democratisch land zijn. 
    Bevolking kreeg meer invloed in de politiek en bevolkingsparticipatie (deel van de bevolking dat betrokken is bij de politiek) is hoog. 
    ● Alle Brazilianen tussen 18 en 70 jaar oud zijn verplicht om te stemmen. 
    ● Er worden ook op deelstaat- en gemeenteniveau beslissingen genomen. De bevolking kiest ook de regering van de deelstaten en de gemeenten waarin ze wonen. 
  • Good governance (goed bestuur) heeft verschillende kenmerken: effectieve plannen, oog voor alle burgers, transparant, betrokken bevolking.

    Brazilië heeft een aantal serieuze zwakten: 
    Interesse van de bevolking in de politiek is klein. Mensen moeten stemmen, maar zijn verder vaak niet betrokken. 
    ● Vaak te weinig geld of mankracht om plannen uit te voeren. Ook slechte besteding geld (volgens de bevolking). 
    ● Veel corruptie in de politiek. 
    ■ Corruptieverdenkingen maken de Braziliaanse politiek onbetrouwbaar. 
    ■ Corruptie wordt niet altijd bestraft en lijkt normaal geworden te zijn. 
  • Brazilië heeft veel bevolkingsgroepen met een eigen etniciteit. Etnische verschillen door kolonialisme, slavernij en immigratie. 
    55% van de bevolking: 
    ● Inheemse bevolking (indígenas
    • Rond 1500: 5 tot 10 miljoen, nu: 1 miljoen (door oorlogen en ziekten).
    ● Zwarten (pretos
    • 1538-1888: 4 miljoen (slavenhandel), nu: 15 miljoen.
    ● Blanken (brancos) - grootste groep
    • Nakomelingen van Europese immigranten (na 1888), nu: 90 miljoen
    ● Aziaten (amarelos
    • Vooral uit Japan, nu: 2 miljoen
  • ● Vermenging blanken en inheemsen heet mestizering. Koloniale tijd: blank en inheems, na afschaffing slavernij: blank en zwart.
    Brazilianen met (voor)ouders van verschillende etniciteiten heten pardos, bruinen of mulatten. Nu: 80 miljoen, snellere groei dan branco's. Afro-Brazilianen: zwarten en deel van de pardos met Afrikaanse afkomst. 
    ● Veel culturele diversiteit in Brazilië. 
  • Brazilië ziet zichzelf graag als raciale democratie, waarin verschillende etnische groepen goed met elkaar samenleven, er is discriminatie en er zijn veel vooroordelen. 
    ● Afro-Brazilianen: anders behandeld dan blanken, lager inkomen dan blanken, minder goede opleiding (minder goede scholen), minder zichtbaar op tv en wonen vaak in favela's (ook gemengde wijken met blanken). 
  • Discriminatie wordt meer erkend. Veranderingen in de maatschappij: 
    ● Deel van beschikbare plekken op universiteiten is bestemd voor Afro-Braziliaanse (of arme) Brazilianen. 
    ● Door de economische groei tussen 2000 en 2010 zijn veel Afro-Brazilianen rijker geworden. 
    ● In de politiek en op televisie zijn Afro-Brazilianen langzaam zichtbaarder. 
  • De bevolking van Brazilië groeit snel. 2015: 209 miljoen inwoners. 
    ● De bevolkingsgroei komt door natuurlijke bevolkingsgroei: meer geboorten (minder door stijging opgeleide vrouwen, betere toegang tot anticonceptiemiddelen en vermindering armoede) dan sterfte (minder door betere gezondheidszorg en jonge bevolking). (meer emigranten dan immigranten, dus geen sociale bevolkingsgroei)
  • In het bevolkingsdiagram van Brazilië zie je dat: 
    • de productieve middengroep erg groot is. 
    • de jongerengroep (nog steeds daling) en ouderengroep klein zijn
    Demografische druk = de verhouding tussen productieve en niet-productieve leeftijdsgroepen in de bevolking. (Brazilië = laag, dus goede zorg voor niet werkende groepen).
    ● Grote productieve groep: 
    voordeel: veel belastinginkomen, aantrekkelijk voor bedrijven. 
    • nadeel: er moet wel genoeg werk zijn. 
    De demografische druk in Brazilië daalt verder. 
  • Op lange termijn neemt de demografische druk in Brazilië toe door vergrijzing (zeker als de middengroep ouder wordt en het geboortecijfer laag blijft).
  • Brazilië was lange tijd een exporteconomie van primaire producten. 
    ● De landbouw werd na 1970 relatief minder belangrijk voor werk en bbp. De industrie neemt toe tijdens het beleid van importsubstitutie. 
    ● Aan het einde van de dictatuur kwam er meer vrijhandel. De industrie, de buitenlandse vraag naar grondstoffen en de behoefte aan meer landbouwgrond steeg. 
  • De Braziliaanse economie profiteerde van minder armoede en de beschikbaarheid van veel stedelijke arbeidskrachten. De eenzijdigheid van de economie werd minder (met hoogwaardige industrie). 
    ● De kleinere vraag op de wereldmarkt vanaf 2011 was ongunstiger. 
  • Naast moderne grote gemechaniseerde en exportgerichte landbouwbedrijven zijn er vele kleine bedrijfjes, gericht op de nationale markt. 
    ● De meeste (arme) boeren vind je op de talrijke kleine bedrijfjes. 
  • Veel (ongeschoolde) mensen werken in de informele (niet-geregistreerde) sector. Dit is een sector met veel onzekerheid, onregelmatig inkomen en onveiligheid. 
    ● In de informele sector komt ook geschoold (ingehuurd) werk voor. 
    ● De inkomsten uit de informele sector zijn voor velen belangrijk. De overheid mist belastinginkomsten. 
  • De (mondiale en nationale) kernregio São Paulo - Rio de Janeiro - Belo Horizonte heeft veel hoogwaardige industrie en diensten. 
    ● Gunstige vestigingsfactoren zijn; een relatief goede infrastructuur, een sterke concentratie van banken, grote diverse arbeidsmarkt en goede afzetmogelijkheden. 
    ● Het stedelijke netwerk is relatief goed ontwikkeld. 
    ● De gevolgen van economische terugval zijn goed in de kernregio merkbaar. 
  • De economie in Centraal-Brazilië, waaronder Mato Grosso, groeide fors door agrarische mno’s. noord: Pará (productie en uitvoer van ijzererts, bauxiet, aluminium, nikkel, palmolie, soja en hout - infrastructuur - lage bbp per inwoner)
    ● Zuidoost-Brazilië heeft veel traditionele voedsellandbouw, maar ook exportgerichte bedrijven. 
  • De sociale ongelijkheid in Brazilië is groot en kun je meten met de Gini-index, die ligt tussen de waarden 0 en 1. 
    ● De Gini-index is grafisch weer te geven in de Lorenzcurve. De tegenstellingen nemen af, maar zijn relatief hoog. 
    ● Armoede vind je vooral bij de zwarte bevolking en de inheemsen. 
  • In het begin van de 21e eeuw verbeterde de positie van armere Brazilianen door Bolsa Família. Dat betekende namelijk meer inkomen, scholing en vaccinatie. 
    ● De sociale mobiliteit in Brazilië nam toe. 
    ● Bolsa Família stimuleerde de economie door vergroting van de koopkracht. 
  • De aanpak van grootgrondbezit en landroof door hervormingen (ten gunste van kleine boeren en de voedselvoorziening) was minder succesvol door corruptie en machtsmisbruik van grootgrondbezitters.
  • Volgens de VN zijn de levensomstandigheden van de armste Brazilianen verbeterd. Veel millenniumdoelen waren bereikt.
  • Was de vooruitgang geluk door het aantrekken van de economie in het begin van de 21e eeuw? Blijft de ongelijkheid dalen of is Brazilië het land van de toekomst en zal het dat altijd blijven?