Dutch Vocab

Cards (1000)

  • de tijd
    time
  • de weg
    way
  • het jaar
    year
  • het werk
    work
  • de overheid
    government
  • de dag
    day
  • de man
    man
  • de wereld
    world
  • het leven
    life
  • het onderdeel
    part
  • het huis
    house
  • de cursus
    course
  • de zaak
    case
  • het systeem
    system
  • de plaats
    place
  • het einde
    end
  • de groep
    group
  • het bedrijf
    company
  • het feest
    party
  • de informatie
    information
  • de school
    school
  • het feit
    fact
  • het geld
    money
  • het punt
    point
  • het voorbeeld
    example
  • de staat
    state
  • het bedrijf
    business
  • de nacht
    night
  • het gebied
    area
  • het water
    water
  • het ding
    thing
  • de familie
    family
  • het hoofd
    head
  • de hand
    hand
  • de bestelling
    order
  • de Johannes
    john
  • de kant
    side
  • het thuis
    home
  • de ontwikkeling
    development
  • de week
    week