Week 1: biogeografie

Cards (61)

  • Biogeografie
    Kijkt naar hoe huidige patronen in verspreiding van organismen/taxa (verschillende niveau's → populatie binnen soort, hele soort, familie, genus, etc.) verklaart kan worden
  • Biogeografie
    • Twee verschillende processen: historisch & ecologisch
  • Darwin en Wallace ontdekte biogeografie
  • Biogeografie makes sense in licht van evolutie
  • Gelijke klimaat en habitat, maar niet altijd dezelfde soorten
    • Old world en New world
  • Obstakels tot vrije migratie zijn gerelateerd aan verschillende in compositite tussen regio's
  • Inwoners van hetzelfde gebied zijn vaak verwant, ook al is taxa anders van plek tot plek
  • Darwin devoted two chapters of On the Origin of Species to showing that many biogeographic facts that make little sense under the hypothesis of special creation make a great deal of sense if a species (1) has a definite site or region of origin, (2) achieves a broader distribution by dispersal, and (3) becomes modified and gives rise to descendant species in the various regions to which it disperses
  • Wallace heeft wereld in regio's ingedeeld met verwante soorten
  • Endemisiteit
    Taxa komt alleen in bepaald gebied voor
  • Diversiteit
    Sommige taxa meer divers in bepaalde gebieden
  • Je kan de gebieden niet rechte lijn indelen
  • Binnen realms nogsteeds grote verschillen; portugal niet dezelfde soorten als siberië
  • Wallace's lijn is de lijn waar hij heeft gevaren ongeveer
  • Het feit dat het nu eilanden zijn, wil niet zeggen dat het altijd eilanden waren (in ijs tijd noorden vast aan oriental gebied)
  • Ligt een hele diepe trog bij wallace's lijn, die nooit is komen droog te liggen in ijstijd
  • Phylogeography
    The description and analysis of the processes that govern the geographic distribution of lineages of genes, especially within species and among closely related species
  • Processen van verspreiding
    • Historisch: (lokale) extinctie, Dispersie, Vicariance
    Ecologisch: Dispersie limitatie, Niche beschikbaarheid, Competitieve exclusie
  • Disjunct distribution
    Gaten tussen leefgebied
  • Als gebieden aan elkaar zaten en daarna opbraken (vicariance), zou er sprake kunnen zijn van subsoorten (kijken naar genen); hangt ook af van grootte populatie en hoe lang geleden ze gesplitst zijn
  • Als een barrière al gevormd is voor vorming van de soort, dan komt het dus niet door vicariance, maar door disributie
  • Als er duidelijk een splitsing te zien is op hetzelfde moment als splitsling van gebieden, is het waarschijnlijk door vicariance
  • Niche
    De plek waar je als organisme kan overleven en nakomelingen kan produceren
  • Realized environemtal space
    Omstandigheden die je gemeten hebt in je omgeving
  • Fundamental niche space
    Omstandigheden waarbij het organisme voor kan komen en kan reproduceren
  • Potential niche space
    Mogelijk niche met juiste omstandigheden; waar realized en fundamental niche space overlappen
  • Realized niche
    Niche die organismen heeft ingenomen; dit is niet volledige potential niche space, want concurrentie met andere soorten
  • Range limit (latitude) van een geïntroduceerde en native populatie zou ongeveer over een moeten komen, want daar zijn omstandigheden hetzelfde
  • Hoe minder op elkaar lijken, hoe sneller samen in gebied komen. Dus minder overlap in niche, want ander voedsel, predatoren, etc.
  • Biodiversiteit schatten
    • Problemen: Zeldzame soorten minder zeldzaam in grotere samples, Impreciese schattingen van tijd, Fossielen zijn minimum (ontstaan) en maximum (uitsterving) leeftijd, Singletons → taxa die maar 1 keer voorkomt in sample
  • Diversificatie snelheid
    S - E, waarbij S staat voor aantal soorten en E is de tijd
  • Background extinction
    Uitsterving los van massa-uitsterving
  • Volgens de red queen hypothesis moet je constant veranderen en aanpassen, want de wereld om je verandert
  • en andere soort is, want maar 1 individu per soort
  • Diversificatie snelheid
    (S - E), waarbij S staat voor aantal soorten en E is de tijd
  • In B in de figuur hiernaast is de diversificatie snelheid te zien
  • Het aantal uitstervingen in de figuur hiernaast neemt af met tijd. Maar evolutie kan niet voor zich uit kijken of een doel hebben, dus dit is niet door evolutie ontstaan. Sommige taxa hebben afnemende kans op uitsterven, bv beter aangepast zijn aan stabiele omstandigheden
  • Red queen hypothesis
    Je moet constant veranderen en aanpassen, want de wereld om je verandert
  • Hierdoor is er vaak een lineair verband met uitsterving en leeftijd. Binnen een groep kan er een verhoogde kans op speciatie ontstaan door belangrijke aanpassingen
  • In de figuur hiernaast zie je dat wanneer herbivorie ontstaat er ook ineens veel meer soorten ontstaan. Op het moment dat specialisatie in een bepaald voedsel dieet ontstaat, komt er veel soortvorming