NaSk

Cards (41)

  • zuivere stof
    Kan je niet scheiden en bestaat uit 1 stof
  • mengsel
    Bestaat uit verschillende stoffen door elkaar heen.
  • stofeigenschap
    Eigenschap waaruit je een stof kunt herkennen.
  • veiligheidspictogram
    schematische tekening die aangeeft dat een stof giftig of gevaarlijk is.
  • dosis
    de hoevelheid die je van een stof binnenkrijgt.
  • recyclen
    Uit afval weer nieuwe producten maken.
  • wat zijn stofeigenschappen
    smaak, kleur, hardheid, brandbaarheid, dichtheid, kookpunt, smeltpunt
  • hoe reken je massa uit?
    m = V x P
  • hoe reken je volume uit?
    V = M : P
  • hoe reken je dichtheid uit?
    P = M : V
  • wat is massa?
    Het gewicht.
  • wat is volume?

    De grootheid van het ding.
  • faseovergang
    Wanneer een stof van de ene fase naar de andere fase gaat.
  • smelten
    Een vaste stof word vloeibaar
  • stollen
    Een vloeibare stof wordt vast.
  • verdampen
    Een vloeibare stof word gasvormig
  • condenseren
    een gasvormige stof wordt vloeibaar.
  • rijpen
    een gasvormige stof wordt vast.
  • sublimeren
    een vaste stof wordt gasvormig.
  • smeltpunt
    Wanneer een stof van de vaste naar de vloeibare fase gaat.
  • kookpunt
    Wanneer een stof van de vloeibare naar de gasfase gaat.
  • wat gebeurt er als de temperatuur lager is dan het smeltpunt

    Dan word de stof vast.
  • Wat gebeurt er als de temperatuur meer is dan het smeltpunt?

    Dan word de stof vloeibaar.
  • Wat gebeurt er als de temperatuur meer is dan het kookpunt?

    Dan wordt de stof gasvormig.
  • oplossing
    Een helder mengsel
  • suspensie
    Een troebel mengsel van een vaste stof in een vloeistof
  • emulsie
    Een troebel mengsel van een vloeistof in een vloeistof
  • emulgator
    iets om ervoor te zorgen dat de emulsie gemengd blijft.
  • filtreren
    een scheidingsmethode waarmee je een vaste stof uit een suspensie haalt
  • filtraat
    De vloeistof die door de filter loopt
  • residu
    de vaste stof die op de filter achterblijft
  • bezinken
    de vaste stof zakt uit de suspentie naar de bodem
  • afschenken
    de stof voorzichtig afgieten
  • indampen
    de vloeistof later verdampen
  • macrowereld
    De omgeving die je direct kunt waarnemen
  • microwereld
    Alles wat te klein is om met het blote oog te bekijken
  • moleculen
    De kleine deeltjes waaruit stoffen zijn opgebouwt
  • wat is het molecuulmodel
    Moleculen zijn erg klein
    moleculen zijn altijd in beweging
    moleculen botsen tegen elkaar en tegen voorwerpen in de omgeving
    moleculen bewegen sneller als de temperatuur hoger is
    molecule trekken elkaar aan als ze dicht tegen elkaar zitten
    er zit niets tussen moleculen, dit is intermolecaire ruimte
  • moleculen in gasvormige fase
    In de gasvormige fase zitten de moleculen heel ver uit elkaar en bewegen met grote snelheid. Een gas verspreidt zich daardoor snel door de ruimte.
  • Moleculen in vloeibare fase
    In een vloeistof zitten de moleculen dicht op elkaar, maar bewegen kris-kras door elkaar. Doordat de moleculen kris-kras door elkaar bewegen, kan de vloeistof stromen.