Frans vocab E

Cards (6)

  • Il est petit
  • Il porte des lunettes
    Hij draagt een bril
  • Ton frère est comment
    Hoe is je broer
  • Mon frère a les cheveux bruns
    Mijn broer heeft bruin haar
  • Non, il est petit
    Nee hij is klein
  • Il a les yeux bleus.
    Hij heeft blauwe ogen