Vaccins

Cards (12)

  • kruisbescherming werd uitgevonden door mensen te infecteren met koepokken. deze waren dan ook immuun voor normale pokken
  • een vaccin bestaat uit minstens een antigeen of afgezwakte virussen.
  • voor sommige virussen zijn meerdere vaccins nodig om voldoende immuniteit op te bouwen.
  • stappen van de werking van een vaccin:
    • vaccin komt binnen
    • antigeenpresenterende cel wordt gevormd
    • T-cellen activeren
    • T-cellen worden geheugen cellen en activeren B-cellen
    • B-cellen gaan gericht antistoffen maken.
  • B-cellen maken antistoffen. eerst IgM en dan IgG. IgG is het meest effectief
  • De eerste keer dat je geïnfecteerd wordt geeft je lichaam een primaire immuunrespons (gaat antilichamen maken). hierna heb je een bepaalde hoeveelheid geheugencellen in je lichaam. wanneer je nog een keer geÏnfecteerd wordt maakt je meer IgG aan. dit is beter en dus ook het belang van een booster vaccinatie
  • Bij een passieve vaccinatie worden immunoglobulines geïnjecteerd. (geen interventie met ons eigen immuunsysteem)
  • bij actieve vaccinaties worden antigenen geïnjecteerd. dit kan levend of niet-levend materiaal zijn. (activeert het immuunsysteem)
  • wanneer een levend virus is afgezwakt noem je dat geattenueerd.
  • de hulpstof in sommige vaccins zorgt voor:
    • aantrekken van immuuncellen
    • alles op plek houden
    • beter effect
    • bestaat meestal uit aluminiumzouten
    • kan ons immuunsysteem sturen.
    • (soms ook een preservatief middel omdat je meerdere keren in hetzelfde flesje prikt om dosis hieruit te halen)
  • er zijn verschillende soorten vaccins:
    • Inactieve virussen of bacteriën
    • split vaccins
    • sub-unit vaccins
    • mRNA vaccins
    • viraal vector vaccins
  • de sub-unit vaccins bestaan uit:
    • toxiod vaccins
    • polysaccharide vaccins
    • geconjugeerde polysaccharide vaccins
    • korte eiwit antigenen