Biologie

Subdecks (2)

Cards (92)

  • Coöperatie
    De samenwerking tussen soortgenoten die in een groep leven
  • Symbiose
    Samenleven van organismen van verschillende soorten
  • Mycorrhiza
    Samenlevingsvorm tussen schimmels en planten, die samenlevingsvorm gebeurt via wortels. Schimmel krijgt deel organische stoffen (koolstofverbindingen) en boom vergroot oppervlakte om mineralen en water op te nemen en ze kunnen elkaar onderling voorzien van nutriënten
  • Populatie
    Een groep organismen van dezelfde soort die leven in eenzelfde gebied (biotoop / habitat)
  • Levensgemeenschap
    Alle organismen die samenleven in een bepaald gebied
  • Ecosysteem
    Alle relaties tussen biotische(levende) factoren en abiotische(niet-levende (temperatuur, zuurtegraad, wind)) factoren in een bepaald gebied
  • Habitat
    Woonplaats van organismen, een leefgebied
  • Niche
    Functie van een organisme
  • Draagkracht
    Het maximaal aantal organismen van een bepaalde soort dat gedurende een tijd kan leven in een bepaald gebied
  • Predatie
    Een samenleving waarbij een roofdier een ander dier actief gaat bejagen
  • Individu

    Een organisme uit een populatie
  • Dichtheid
    Aantal individuen per oppervlakte-eenheid
  • Solitair levende dieren
    Dieren die het liefst alleen leven. Ze komen soms kortstondig samen om te paren of hun jongen op te voeden
  • Coöperatie
    Samenwerken, levert dieren die in groep leven een voordeel op
  • Aggregatie
    Soortgenoten die alleen leven maar soms toevallig samenkomen omdat ze aangewezen zijn op hetzelfde voedsel
  • Associaties
    Soortgenoten die hun voordeel halen uit de aanwezigheid van soortgenoten
  • Matriarch
    Een oud vrouwtje die de groep dieren leidt
  • Sociale staat
    Een groep waarin de rangorde en taakverdeling heel ver doorgedreven is. Elk individu heeft een specifieke plaats en taak in de groep en het belang van het individu is ondergeschikt aan dat van de groep. Het aantal individuen in deze groepen is vaak erg groot
  • Feromoon
    Een vluchtig molecuul dat boodschappen overbrengt tussen individuele organismen (dieren en sommige planten) van eenzelfde soort (soms ook buiten een soort). Deze geurstoffen zorgen onbewust voor prikkeling en kan je niet ruiken
  • Geurvlaggen
    Geur van urine en uitwerpselen, andere soorten ruiken dit ook
  • Baltsgedrag
    Gedrag dat we voornamelijk zien bij vogels. Gedrag dat bestaat uit specifieke bewegingen met als doel partners aan te trekken en te paren
  • Bioluminescentie
    Het gebruik van lichtsignalen als communicatiemiddel. Dieren die actief zijn in het donker maken gebruik van deze signalen om prooien te lokken of een partner aan te trekken
  • Krekelgeluid
    Krekels maken geluid door de vleugels over elkaar te strijken. Sprinkhanen maken geluid door de poten over elkaar te strijken
  • Mimesis
    Imiteren van andere objecten, aan de hand van vorm, kleur, houding
  • Gedrag
    Het geheel van alle reacties van een organisme op een prikkel uit zijn omgeving
  • Reflex
    Vaste, snelle onbewuste reactie op een bepaalde prikkel. De grote hersenen zijn hier niet bij betrokken
  • Reflexboog
    receptor -> sensorisch neuron -> schakelneuron -> motorisch neuron -> effector
  • Aangeboren gedrag
    Gedrag dat in onze genen zit, niet aangeleerd, van bij de geboorte aanwezig en het is erfelijk
  • Mierenzuur
    Carbonzuur, methaanzuur
  • Symbiose
    Het langdurig samenleven van twee of meerdere organismen van verschillende soorten met als doel hun overlevingskansen te verhogen
  • Ectoparasieten
    Parasieten die zich uitwendig op een organisme bevinden
  • Microbioom
    Alle micro-organismen en virussen die in en op het lichaam wonen. Het bevat nuttige en schadelijke organismen. Bestaat uit huidflora, darmflora, maar vergeet ook niet de vagina, mond, keel , … Grootste deel bevindt zich in het darmflora
  • Endoparasieten
    Parasieten die zich in een organisme bevinden
  • Parasitisme
    1 organisme voordeel, andere nadeel (parasiet heeft voordeel). Een parasiet leeft ten koste van een gastheer maar doodt de gastheer niet (niet voordelig voor het parasiet)
  • Parasitoïsme
    De gastheer overleeft de parasiet niet
  • Hoofdgastheer
    Het organisme waar de parasiet voorkomt in volwassen stadium
  • Halfparasiet
    Een fotosynthetische plant die zich in stand houdt ten koste van een ander organisme waarmee hij samenleeft (de gastheer) en waarvan water met de daarin opgeloste mineralen wordt opgenomen, maar geen organische stoffen
  • Broedparasiet
    Een dier dat zijn eieren in het nest van een andere diersoort legt om zo niet de moeite te hoeven nemen om zijn eigen jongen uit te broeden, te beschermen, te voeden of groot te brengen
  • Ziekte
    Een lichamelijke of psychische aandoening die een levend wezen belemmert in het normale functioneren. Een ziek organisme heeft een verstoorde homeostase. Het gaat vaak gepaard met symptomen die wijzen op de abnormale toestand
  • Homeostase
    Het in evenwicht houden van het inwendige milieu ondanks veranderingen in het uitwendige milieu waarin het organisme zich bevindt