Hoofdstuk 4 (boek B)

Cards (78)

  • De film
    Der Film
  • de ingang
    der Eingang
  • de kookcursus
    der Kochkurs
  • de films
    die Filme
  • de kookcursusses
    die Kochkurse
  • de optocht
    der Umzug
  • het plan
    Der Plan
  • de plannen
    die Plane (dubbele punt op a)
  • het pretpark
    der Freizeitpark
  • de tip
    der Tipp
  • de tips
    die Tipps
  • de uitgang
    der Ausgang
  • het uitstapje
    der Ausflug
  • de wandeling
    der Spaziergang
  • de wedstrijd
    der Wettkampf
  • het entreekaartje
    die Eintrittskarte
  • de entreekaartjes
    die Eintrittskarten
  • het evenement
    die Veranstaltung
  • het feest
    Die Party
  • de feesten
    die Partys
  • de fietstocht
    die Radtour
  • het idee
    die Idee
  • de klimhal
    die Kletterhalle
  • de bioscoop
    das Kino
  • het concert
    das Konzert
  • het festival
    das Festival
  • de training
    die Trainings
  • de voetbalwedstrijd
    Das FuBballspiel
  • het weekend
    das Wochende
  • het zomerkamp
    das Sommercamp
  • zich aanmelden
    sich anmelden
  • bestellen
    bestellen
  • fotograferen
    fotografieren
  • zich interesseren voor
    sich interessieren fur (dubbele punt op u)
  • klimmen
    klettern
  • plaatsvinden
    stattfinden (stattgefunden)
  • reserveren, bespreken
    Reservieren
  • vieren
    feiern
  • wandelen
    wandern
  • winkelen
    shoppen