Moleculaire fysiologie

Cards (196)

  • Anatomie
    Structuur van het lichaam
  • Fysiologie
    Functie in het lichaam
  • Ruimte tussen cellen gevuld met "interstitial fluid", hier kunnen stoffen uitgewisseld worden
  • Opbouw van het lichaam
    1. Cellen
    2. Weefsel
    3. Organen
    4. Orgaansystemen
  • Sommige organen horen bij meerdere orgaansystemen, zoals het 'pancreas', dit hoort bij het endocrine en digestive systeem
  • Coordinatie en controle van het lichaam
    • Endocrien systeem (hormoonregulatie)
    • Zenuwstelsel (snel, korte duur)
  • Hormonen
    Kunnen meerdere gedeeltes beïnvloeden, bereiken het doelwit langzaam, maar hebben een lange werking
  • Receptoren (target cel)

    Ontvangen het signaal (sleutel/slot principe)
  • Hormoon bind alleen als het past -> response
  • Homeostase
    Altijd terug naar wat is ingesteld!
  • Regulatie van
    • pH bloed
    • Glucose gehalte
    • Temperatuur
  • Negatieve feedback
    Komt altijd terug
  • Positieve feedback
    Versterkt effect
  • Hypothalamus reguleert temperatuur van het lichaam
  • 3 soorten responsen (hormonen)
    • Endocrien (door bloedbaan, steroïden, langzaam maar langdurige werking)
    • Paracrien (dichtbij target, niet door bloedbaan)
    • Autocrien (uitscheiding door klier, werken op deze klier)
  • Paracrien en autocrien werken processen als bloeddrukregulatie en reproductie
  • 2 soorten responsen (zenuwstelsel)
    • Synaptische signalering (vanuit neuron, erg snel, neurotransmitters)
    • Neuroendocrine signalering (via bloedbaan, neurohormonen)
  • Soorten hormonen
    • Polypetiden (water oplosbaar)
    • Amines (water oplosbaar)
    • Steroïden (vet oplosbaar)
  • Water oplosbare hormonen
    Via bloedbaan en binden aan receptoren
  • Lipide oplosbare hormonen
    Via bloedbaan en membraan met behulp van een transport eiwit
  • Wateroplosbare hormonen
    Regulatie van eiwitten (genregulatie)
  • Epinephrine (adrenaline)
    Bind op aan de lever, zorgt voor hoger glucose gehalte in het bloed, hogere hartslag, flight or fight, kan op receptoren binden die op verschillende cellen zitten
  • Lipide oplosbare hormonen
    Respons is verandering in gen expressie
  • Hetzelfde hormoon kan verschillende effecten hebben op target cellen met verschillende receptoren en verschillende routes
  • Endocriene weefsels en organen
    • Endocriene klieren (scheiden hormonen uit in het lichaam)
    • Exocriene klieren (scheiden hormonen uit het lichaam)
  • Simpele hormonen wegen
    1. Negatieve feedback (stimulus -> endocriene cel -> hormoon -> lichaam -> target cellen -> response -> stimulus)
    2. Positieve feedback (stimulus -> sensorische neuron -> hypothalamus -> neurosecretory cel -> neurohormoon -> lichaam -> target -> response -> stimulus)
  • Antagonistisch hormoon
    Glucagon en insuline hebben tegenovergestelde werking
  • Alfa cellen produceren glucagon, beta cellen produceren insuline
  • Insuline
    Verlaagd glucose niveau in bloed, vertraagd afbreking van glycogeen in lever, stimuleert opslag in vet
  • Glucagon
    Stimuleert omzetting van glycogeen naar glucose in de lever, stimuleert afbraak van vet en proteïne naar glucose
  • Endocriene routes worden gereguleerd door zenuwstelsel -> Hypothalamus ontvangt informatie van zenuwen -> creëert response
  • Hypofyse
    • Posterior pituitary (achterkwab, slaat hormonen op van hypothalamus)
    • Anterior pituitary (voorkwab, maakt en laat hormonen vrij onder regulatie van hypothalamus)
  • Hormonen van de hypofyse
    ADH (zorgt voor minder urine, nier regulatie) en oxytocine (zorgt voor borst melk secretie)
  • Schildklier
    Dubbele negatieve feedback nodig (hypofyse en hypothalamus moet geremd worden)
  • Delen van de schildklier
    • Medulla (binnen)
    • Cortex (buiten)
  • Stress response
    • Korte termijn (adrenaline)
    • Lange termijn (steroïden)
  • Epinephrine en norepinephrine
    Catecholamines (hormoon soort), meer zuurstof opname, meer glucose in bloed, meer bloed naar hart en hersenen en minder naar huid en digestive stelsel
  • Adrenal cortex
    Laat hormoon familie vrij genaamd corticosteroids (response tegen stress), glucocorticoids en mineralocorticoids (langdurige effecten)
  • Hypofyse
    • Anterior (zelf maken, bijv. TSH)
    • Posterior (uit hypothalamus, bijv. ADH of Oxytocin)
  • Homeostase vereist negatieve feedback