Anatomy

Subdecks (2)

Cards (513)

  • Anatomie
    De studie van de opbouw van het menselijk lichaam
  • Anatomie hangt nauw samen met de fysiologie
  • Macroscopische anatomie
    Opbouw die met het blote oog kan bestudeerd worden
  • Microscopische anatomie
    Opbouw die met een microscoop kan bestudeerd worden
  • Embryologie
    Studie van de vorming van de ongeboren mens
  • Systematische anatomie

    Naamgeving van alle onderdelen van het lichaam
  • Anatomische vlakken
    • Mediane sectie
    • Sagittale sectie
    • Transverse (horizontale) sectie
    • Coronale (frontale) sectie
  • Richtingen en posities
    • Anterior (voorkant)
    • Posterior (achterkant)
    • Superior (bovenkant)
    • Inferior (onderkant)
    • Ventraal (buikzijde)
    • Dorsaal (rugzijde)
    • Craniaal (richting hoofd)
    • Caudaal (richting staart)
  • Afbeeldingen worden altijd vanuit de anatomische stand beschreven
  • Embryo
    Ongeboren mens tot tien weken na bevruchting
  • Foetus
    Ongeboren mens vanaf tien weken na bevruchting
  • Ongeboren kind is gevoelig voor allerlei afwijkingen gedurende de zwangerschap, vooral in de eerste 12 weken
  • Miskraam is wanneer het kind de afwijkingen niet overleeft
  • Gametogenese
    Ontwikkelen van de geslachtscellen
  • Spermatogenese
    1. Stamcellen veranderen in spermatogonia
    2. Spermatogonia delen tot primaire spermatocyten
    3. Primaire spermatocyten splitsen in secundaire spermatocyten
    4. Secundaire spermatocyten vormen spermatiden (spermacellen)
  • Oogenese
    1. Stamcel differentieert in oogonia
    2. Oogonia delen tot primaire oocyten
    3. Primaire oocyten vormen secundaire oocyte en polair lichaam
    4. Secundaire oocyte deelt in definitieve oocyte (eicel) en polair lichaam
  • Zona pellucida

    Doorzichtige schil om de eicel
  • Bevruchting
    1. Spermacellen vallen zona pellucida aan
    2. Membraan van spermacel fuseert met membraan van eicel
    3. Corticale reactie treedt op
    4. Pronuclei van spermacel en eicel fuseren tot zygote
  • Zygote
    Diploïde cel na bevruchting
  • Deling van zygote
    1. Cellen worden kleiner, maar embryo niet groter
    2. Embryo ontsnapt uit zona pellucida als blastocyste
  • Trofoblasten
    Cellen die infiltreren in baarmoederwand en placenta vormen
  • Embryoblasten
    Cellen die onderdeel worden van het embryo
  • Implantatie
    Trofoblasten infiltreren epitheellaag van baarmoeder
  • Gastrulatie
    Vorming van de drie kiembladweefsels: ectoderm, mesoderm, endoderm
  • Chorda dorsalis
    Streng van cellen die groeifactoren aanmaken
  • Neurulatie
    Neurale groeve fuseert tot neurale buis
  • Ontwikkeling hersenblazen
    1. Prosencephalon, mesencephalon, rhombencephalon
    2. Prosencephalon splitst in telencephalon en diencephalon
    3. Rhombencephalon splitst in metencephalon en myelencephalon
  • Overige delen van de embryonale ontwikkeling
  • Telencephalon
    Grote hersenen
  • Myelencephalon
    Verlengde merg
  • Cranio-caudale sluiting of neurulatie
    Neurale buis sluit zich eerst, vervolgens in craniale en caudale richting
  • Neuroporus anterior
    Craniaal open stukje van neurale buis
  • Neuroporus posterior
    Caudaal open stukje van neurale buis
  • Spina bifida
    Open rug, meestal op plek van neuroporus anterior of posterior
  • Spinale dysraphism
    Neurale buis is gesloten, maar geen wervel ertegenaan gegroeid
  • Neurale lijst cellen
    Cellen die neurale streep aan elkaar laten groeien en perifere zenuwstelsel vormen
  • Axiaal mesoderm

    Differentieert in chorda dorsalis
  • Paraxiaal mesoderm

    Differentieert in somieten
  • Intermediair mesoderm

    Vormt urogenitaal stelsel
  • Zijplaat mesoderm

    Vormt somatisch en splanchnisch mesoderm