AK 2.1-2.3

Cards (25)

  • Absolute ouderdom
    De ouderdom gemeten in jaren
  • Dagbouw
    Winning van delfstoffen in de open lucht
  • fossiel
    Een (versteend) overblijfsel of afdruk van een dier of plant
  • geologische tijdschaal
    Indeling van de geschiedenis van de aarde in perioden, zoals het Precambrium, Paleozoicum, Mesozoicum en Kenozoicum.
  • inkoling
    Proces waarbij plantenresten onder hoge druk en temperatuur eerst in veen, daarna in bruinkool en ten slotte in steenkool veranderen.
  • Kenozoïcum
    Tijdvak in de geologische geschiedenis waarin we nu leven en dat 2,6 miljoen jaar geleden begon. Warme en koude klimaten wisselen elkaar af. Dit is de periode van de zoogdieren.
  • massa-extinctie
    Het massaal uitsterven van planten en dieren
  • Mesozoïcum
    Tijdvak in de geologische geschiedenis dat duurde van 250 tot 65 miljoen jaar geleden. Pangea valt uit elkaar en onze huidige continenten ontstaan. Dit is het tijdperk van de dinosauriers en ammonieten.
  • metamorf gesteente
    Gesteente dat door hoge druk en hoge temperatuur veranderde. Een voorbeeld is marmer, dat uit kalksteen entstaat
  • Precambrium is een tijdvak in de geologische geschiedenis dat duurde van 4600 tot 550 miljoen jaar geleden
  • Na afkoeling ontstonden de voorlopers van onze continenten
  • Aan het eind van het Precambrium ontwikkelden zich de eerste levensvormen aan het aardoppervlak
  • Relatieve ouderdom

    De volgorde waarin bepaalde gesteenten of fossielen zijn ontstaan. Meestal geldt: hoe dieper, hoe ouder
  • Reservoirgesteente
    Het poreuze gesteente waarin zich aardolie en aardgas vanuit het moedergesteente verplaatsen en van waaruit het gewonnen wordt
  • Schachtbouw
    Winning van delfstoffen in ondergrondse mijnen
  • Sedimentgesteente
    Gesteente dat opgebouwd is uit lagen zand en klei die over elkaar heen werden afgezet. De losse deeltjes verharden tot gesteente door de druk van bovenliggende lagen. Voorbeelden zijn zandsteen en kalksteen
  • Stollingsgesteente
    Gesteente ontstaan door afkoeling van magma. Voorbeelden zijn graniet en kwarts
  • moedergesteente
    Het gesteente waarin aardolie en aardgas zijn ontstaan.
  • Paleozoïcum
    Tijdvak in de geologische geschiedenis dat duurde van 550 tot 250 miljoen jaar geleden. Nadat de continenten eerst uit elkaar bewogen, ontstond later Pangea. Dit is het tijdperk van de trilobieten.
  • Precambrium
    Tijdvak in de geologische geschiedenis dat duurde van 4600 tot 550 miljoen jaar geleden. Na afkoeling ontstonden de voorlopers van onze continenten. Aan het eind ontwikkelden zich de eerste levensvormen aan het aardoppervlak.
  • relatieve ouderdom

    De volgorde waarin bepaalde gesteenten of fossielen zijn ontstaan. Meestal geldt: hoe dieper, hoe ouder.
  • reservoirgesteente
    Het poreuze gesteente waarin zich aardolie en aardgas vanuit het moedergesteente verplaatsen en van waaruit het gewonnen wordt.
  • schachtbouw
    Winning van delfstoffen in ondergrondse mijnen
  • sedimentgesteente
    Gesteente dat opgebouwd is uit lagen zand en klei die over elkaar heen werden afgezet. De losse deeltjes verharden tot gesteente door de druk van bovenliggende tagen. Voorbeelden zijn zandsteen en kalksteen.
  • stollingsgesteente
    Gesteente ontstaan door afkoeling van magma. Voorbeelden zijn graniet en kwarts.