Hoofdstuk 1 - "Cellen, orgaan, orgaanstelsel"

Cards (17)

  • Wat is het verschil tussen prokaryoot en een eukaryoot?
    Een eukaryoot heeft een celkern en een prokaryoot niet
  • Welke organismen behoren onder eukaryoten?
    Schimmels, dieren en planten
  • Wat bevindt zich in de celkern?
    Erfelijke informatie in DNA
  • Wat is nummer 1 en welke functie heeft dat?
    Endoplasmatisch reticulum, zorgt voor de transport van stoffen binnen de cel.
  • Wat is nummer 2 en welke functie heeft dat?
    Celkern, reguleert celprocessen (bv. transcriptie).
  • Wat is nummer 3 en welke functie heeft dat?
    Golgi-systeem, dient als opslag en vorming van stoffen.
  • Wat is nummer 4 en welke functie heeft dat?
    Celmembraan, vormt barrière tussen binnen en buiten de cel + regelt opname en afgifte van stoffen door de cel.
  • Wat is nummer 6 en welke functie heeft dat?
    Mitochondriën, zorgt voor ATP-productie d.m.v. aërobe dissimilatie.
  • Wat bevindt zich op het ruw endoplasmatisch reticulum en waar dient het voor?
    Ribosomen, zorgt voor eiwitsynthese door translatie.
  • Waarvoor dienen lysosomen?
    vertering bij fagocytose, en afgestorven celonderdelen
  • Waarvoor is het cytoskelet?
    Het geeft structuur en vorm aan de cel.
  • Wat is nummer 8?
    Celwand
  • Wat is nummer 9 en welke functie heeft dat?
    Chloroplast, zorgt voor fotosynthese.
  • Wat is nummer 10 en welke functie heeft dat?
    Vacuole, turgor (celspanning) + opslag van stoffen (bv. zouten, suikers, afvalstoffen, zuren/basen)
  • Wat is homeostase?
    constant houden van inwendig milieu.
  • Wat houdt negatieve terugkoppeling in?
    Bepaald proces dat geremd wordt aan de hand van het resultaat.
  • Wat is nummer 7 en waar dient het voor?
    Centriolen, verdeling van chromosomen bij de celdeling