nederlands les 30

Cards (14)

  • Sociolect
    Groepstaal, taal die iemand spreekt doordat hij tot een bepaalde groep behoort
  • Sociale of sociologische criteria
    • Opleiding
    • Beroep
    • Gender
    • Leeftijd
  • Hoogopgeleiden

    Spreken anders dan minder hoog opgeleiden (zie woordenschat, accent)
  • Vaktaal of vakjargon
    Taal die eigen is aan een bepaald vak of beroep
  • Vrouwen- en mannentaal, meisjes- en jongenstaal
    Verschil tussen
  • Jongerentaal
    Bv. met straattaal, rapperstaal, verschilt van taal van ouderen (niet vaak nieuwe varianten)
  • Turbotaal of trenddolect
    Sociolect dat ontstaat door trend of mode
  • Dialectverschillen met Standaardnederlands
    • Lexicologische verschillen
    • Fonetische verschillen
    • Morfologische verschillen
    • Syntactische verschillen
  • Fonetische verschillen
    • Diftongering: beiter en bruik i.p.v. beter en breuk
    • Monoftongering: huus, tied en vaaf i.p.v. huis, tijd en vijf
    • Verkorting van klinkers: hij sprékt i.p.v. hij spreekt
    • Verkeerde toepassing van assimilatieregels: de trab ob i.p.v. de trap op
    • Deletie: verwachtn i.p.v. verwachten
    • Insertie: mellek i.p.v. melk
  • Morfologische verschillen
    • Meervouden: stoels i.p.v. stoelen
    • Verkleinwoorden: huizeke i.p.v. huisje
    • Verbuigingsuitgangen: nen kleinen auto i.p.v. een kleine auto
  • Syntactische verschillen

    • Subjectverdubbeling: Ge hebt gij daar geen verstand van
    • Dubbele negatie: 't En is geen waar
  • Dialectgroepen
    • Zuidwestelijke dialecten: West-Vlaams
    • Zuidelijk-centrale dialecten: Oost-Vlaams en Brabant
    • Zuidoostelijke dialecten: Limburgs
    • Noordelijk-centrale en noordwestelijke dialecten: traditioneel Hollands en Utrechts
    • Noordoostelijke dialecten: Saksisch
    • Friese dialecten
  • Continuüm van dialect to standaardtaal
    1. Dialecten verliezen langzaam hun bruikbaarheid + typische kenmerken (functieverlies en structuurverlies)
    2. Taalkundig nadeel: dialecten schieten tekort als het om de naamgeving van nieuwe dingen gaat
    3. Economisch nadeel: dialect volstaat vaak niet om werk te vinden buiten het eigen dialectgebied
    4. Communicatief nadeel: dialect verengt de kring van mensen die begrijpen wat er gezegd wordt
    5. Sociaal nadeel: dialect heeft veel minder prestige dan de standaardtaal, terwijl het gebruik van de standaardtaal voor velen statussymbool is
  • Continuüm van dialect to standaardtaal
    • Dialect
    • Regiolect
    • Tussentaal
    • Standaardtaal