bio hfs 8 sm

Cards (234)

  • Biologie samenvatting hoofdstuk 8
  • Paragraaf 1 Het werkt
  • Orgaanstelsels
  • Elke orgaan heeft een bepaalde functie.
  • Organen werken samen aan de taak van een organenstelsel
  • 5 orgaanstelsels:
  • Verteringstelsel. Bij buikholte
  • - maakt voedsel zo klein dat de voedingsstoffen opgenomen kunnen worden in het bloed.
  • Ademhaling stelsel. Bij borstholte
  • - nemen vanuit de lucht zuurstof op in het bloed, en geven koolstofdioxide af vanuit het bloed aan de lucht.
  • Bloedvatenstelsel. Hele lichaam
  • - vervoeren voedingsstoffen, zuurstof en andere stoffen. Je hart pompt je bloed naar alle delen van je lichaam.
  • • Uitscheidingsstelsel. Bij buikholte
  • - zorgt ervoor dat de afvalstoffen uit je lichaam gaan.
  • • Zenuwstelsel. Hele lichaam
  • - zorgt ervoor dat alle organen goed werken. Zorgt er ook voor dat je organen kunnen samenwerken.
  • Bouw van cellen
  • Je lichaam bestaat uit veel verschillende soorten cellen.
  • In elke cel zit een celmembraan.
  • die regelt welke stoffen in en uit de cel gaan, in de celmembraan zitten receptoren.
  • Alle cellen bevatten cytoplasma.
  • Dat bestaat uit water met opgeloste stoffen en organellen.
  • Een organel is een onderdeel van een cel met een bepaalde functie
  • Soorten organellen:
  • 1. Celkern.
  • het DNA in de celkern regelt dat de cel zijn vorm krijgt en zijn taken uitvoert.
  • dat komt door de eiwitten.
  • 2. Ribosomen.
  • maken de eiwitten.
  • 3. Endoplasmatisch reticulum.
  • zorgt voor het vervoer van de eiwitten.
  • 4. Mitochondriën.
  • zijn de energie centrales van een cel.
  • verbranding van glucose vind hier plaats.
  • Spieren komen aan energie
  • Je spieren halen energie uit energierijke voedingsstoffen, zoals glucose.
  • Door de verbranding van glucose komt energie vrij.
  • Voor de verbranding van glucose heb je zuurstof nodig.
  • Daarvoor zijn verschillende orgaanstelsels actief:
  • • Verteringstelsel – glucose in je bloed