Latijn - voc. 941-960

Cards (20)

  • donec
    (ondersch. voegw.)
    totdat; zolang als
  • priusquam
    (ondersch. voegw.)
    voordat
  • sicut
    (ondersch. voegw.)
    zoals
  • tamquam
    (ondersch. voegw.)
    zoals; alsof; als het ware
  • animus
    animi m.
    de geest; het gemoed; de moed
  • gladius
    gladii m.
    het zwaard
  • nuntius
    nuntii m.
    de bode; het bericht
  • minister
    ministri m.
    de dienaar
  • hasta
    hastae v.
    de lans
  • invidia
    invidiae v.
    de jaloezie; de haat
  • littera
    litterae v.
    de letter
  • litterae
    litterarum v.
    de brief; de literatuur; de wetenschap
  • patria
    patriae v.
    het vaderland
  • aurum
    auri o.
    het goud
  • ferrum
    ferri o.
    het ijzer; het zwaard
  • membrum
    membri o.
    het lid
  • officium
    officii o.
    de taak; de verplichting
  • oraculum
    oraculi o.
    het orakel
  • tergum
    tergi o.
    de rug
  • barbarus
    ~a, ~um
    vreemd; onbeschaafd