thoracale spieren

Cards (8)

  • mm. intercostales externi
    Oorsprong: onderrand van de rib → buitenrand van sulcus costae
    Aanhechting: bovenrand van onderliggende rib
    11 paar mm. intercostales externi vullen ruimten tussen 2 opeenvolgende ribben vanaf tuberculum costae (art. costotransversariae) tot aan ribkraakbeen
    Vezelrichting: van craniaal-dorsaal naar caudaal-ventraal
    Werking: opheffen van ribben (rekening houdend met vezelrichting) → inademingsspier
    Bezenuwing: nn. intercostales Th1 – Th11
  • mm. intercostales interni
    Oorsprong: onderrand van de rib → op laterale bodem van sulcus costae + aanliggende cartilago costalis
    Aanhechting: bovenrand van onderliggende rib
    11 paar mm. intercostales interni reiken vanaf sternum tot aan angulus costae
    Vezelrichting: van craniaal – ventraal naar caudaal – dorsaal (± loodrecht op vezels van mm. intercostales externi)
    Werking: naar beneden trekken van ribbenuitademingsspier
    Bezenuwing: nn. intercostales Th1 – Th11
  • mm. intercostales intimi
    Oorsprong: onderrand van de rib → mediaal van sulcus coastae
    Aanhechting: binnen – bovenrand van onderliggende rib
    Liggen binnen mm. intercostales interni
    Vezelrichting: van craniaal – ventraal naar caudaal – dorsaal
    Vullen middentse 2/4 van intercostale ruimten, meest ontwikkeld in onderste costale ruimten
    Werking: naar beneden trekken van ribben → uitademingsspier
    Bezenuwing: nn. intercostales Th1Th11
  • mm. subcostales
    Oorsprong: binnenvlak van ribben
    Aanhechting: binnenvlak van 2de of 3de onderliggende rib
    Kunnen als vezels van mm. intercostales intimi aanzien worden die zich over meerdere segmenten uitstrekken, liggen in nabijheid van angulus costae, meest ontwikkeld in onderste tussenruimten
    Werking: naar beneden trekken van ribben → uitademingsspier
    Bezenuwing: nn. intercostales Th1 – Th11
  • m. transversus thoracis
    Oorsprong: aan onderste 1/3 van achtervlak van sternum, aan achtervlak van processus xyphoïdeus, aan achtervlak van kraakbeen van nabijgelegen ribben
    Aanhechting: met slippen aan binnenzijde van ribkraakbeenderen van 2de tot 6de rib, divergeert van onder – mediaal naar boven – lateraal, bedekt binnenzijde van voorste wand van thorax
    Werking: naar beneden trekken van ribben (= expiratorisch) → uitademingsspier
    Bezenuwing: nn. intercostales Th3 – Th6
  • mm. levatores costarum
    Oorsprong: processus trasversi van C7 + Th1 –Th11
    Aanhechting: boven – buitenvlakvlak van 1ste (mm. breves) of 2de (mm. longi) onderliggende rib, lateraal van tuberculum coastae
    12 paar goed ontwikkelde spierbundels, liggen parallel aan achterste boord van mm. intercostales externi
    Werking: opheffen van ribben (= inspiratorisch), soms lateroflexie + rotatie van wervelzuil met fixatie van ribben
    Bezenuwing: nn. intercostales C8 + Th1 – Th11
  • m. serratus posterior superior
    Oorsprong: aan lig. nuchae, aan processus spinosi + lig. supraspinale C7 – Th2, aan achtervlak van kraakbeen van nabijgelegen ribben
    Aanhechting: aan anguli costarum van 2de tot 5de rib
    Werking: opheffen van ribben
    Bezenuwing: nn. intercostales Th1 – Th4
  • m. serratus posterior inferior
    Oorsprong: bij middel van fascia thoracolumbalis aan processus spinosi Th11 – L3, aan lig. supraspinale
    Aanhechting: aan anguli costarum van 9de tot 12de rib
    Werking: naar beneden trekken van ribben
    Bezenuwing: nn. intercostales Th9 – Th12