bij rechthoekige driehoeken met een gelijke scherpe hoek is de verhouding van de lengte van de overstaande rechthoekszijden vd hoek tot de lengte van de schuine zijde constant deze verhouding noemen we de sinus van de scherpe hoek
bij rechthoekige driehoeken met een gelijke scherpe hoek is de verhouding van de lengte van de aanliggende rechthoekszijden van die hoek tot de lengte van de schuine zijde constant deze verhouding noemen we de cosinus van de scherpe hoek
bij rechthoekige driehoeken met een gelijke scherpe hoek is de verhouding van de lengte van de overstaande rechthoekszijden van die hoek tot de lengte van de aanliggende rechthoekszijden van de driehoek constant deze verhouding noemen we de tangens van de scherpe hoek