5.1 Renaissance en humanisme

Cards (23)

  • Renaissance
    Hernieuwde belangstelling voor klassieke kennis en idealen uit de Oudheid
  • Renaissancekunst
    • Imitatie van Grieks-Romeinse bouw- en kunststijlen
    • Gezichten op kunstwerken hadden individuele trekken en lieten emoties zien, in tegenstelling tot de klassieke Oudheid
    • Bekende Italiaanse renaissancekunstenaars waren Leonardo da Vinci en Michelangelo, die homo universalis werden genoemd
  • Humanisme
    Nieuwe manier van denken waarbij de mens centraal staat, in tegenstelling tot het christelijke geloof in de Middeleeuwen
  • Opkomst van het humanisme
    1. Wetenschappers wilden verschijnselen verklaren met hun verstand, in plaats van te vertrouwen op het geloof en de Bijbeluitleg van de Kerk
    2. Humanistische geleerden bespraken sociale, politieke, religieuze en morele waarden om de wereld te verbeteren
    3. Erasmus maakte een wetenschappelijk verantwoorde Bijbelvertaling, waardoor hij de Kerk in een lastig parket bracht
    4. Artsen bestudeerden kritisch de bouw en werking van het menselijke lichaam, in plaats van kritiekloos de klassieke theorieën te volgen
  • Opkomst van de Renaissance
    1. Kruistochten en handel brachten Europeanen in contact met Arabische wetenschappers
    2. Arabische wetenschappers hadden veel kennis uit de klassieke Oudheid overgenomen en uitgebreid
    3. In Noord-Italië nam de interesse in deze kennis toe door de welvarende en zelfbewuste burgerij
    4. De Kerk sloot niet goed aan op de mentaliteit en levensstijl van de rijke burgers, in tegenstelling tot de Grieken en Romeinen
    5. Vluchtelingen uit Constantinopel brachten klassieke idealen en denkbeelden naar Italië
  • Humanistische geleerden benadrukten de individualiteit en het verstand van de mens. Ze bediscussieerden sociale, politieke, religieuze en morele waarden met als doel de wereld te verbeteren. Ook kerkelijke zaken werden door humanisten bediscussieerd, als ze daar aanleiding toe zagen.
  • Een voorbeeld van een Nederlandse humanist is Erasmus.
  • De Vulgaat, de Bijbel die door de Kerk werd gebruikt, was een Latijnse vertaling van Hebreeuwse en Griekse teksten, die vervolgens talloze malen waren overgeschreven.
  • Erasmus maakt op basis van de oudst overgeleverde teksten een wetenschappelijke verantwoorde Bijbelvertaling. Gaandeweg ontdekte hij talloze vertaalfouten in de Vulgaat. Daarmee bracht hij de Kerk in een lastig parket, aangezien de kerkelijke regels op de Vulgaat waren.
  • Artsen begonnen kritisch de bouw en werking van het menselijke lichaam te bestuderen, in plaats van kritiekloos de klassieke theorieën te volgen.
  • Humanistisch onderzoek vernieuwde niet alleen het geestelijke mensbeeld, maar ook het fysieke mensbeeld
  • Waar had de kerk weinig waardering voor in de Middeleeuwen?

    Kennis uit de Oudheid.
  • Wat is het gevolg van kruistochten en handel?
    Europeanen waren in contact gekomen met Arabische wetenschappers.
  • Wat hadden deze Arabische wetenschappers?
    Veel wetenschappelijke kennis uit de klassieke Oudheid overgenomen en deze op medisch en wiskundig gebied uitgebreid.
  • Wat nam aan het einde van de Middeleeuwen in Noord-Italië toe?
    De interesse in de kennis uit de klassieke Oudheid.
  • Wat was er dankzij de handel in Noord-Italië opgekomen?
    Een welvarende en zelfbewuste burgerij opgekomen, die genoot van het leven en veel geld kon besteden aan huizen, luxegoederen en kunst.
  • Wat sloot niet goed aan op de mentaliteit van de burgers?
    De kerk die benadrukte dat het heden veel minder belangrijk was dan het hiernamaals.
  • Wat sloot wel goed aan de burgers hun mentaliteit?
    De Grieken en Romeinen, die de schoonheid en zin van het leven benadrukten, wél.
  • Wat was in Italiaanse bibliotheken te vinden?
    Klassiek erfgoed, zoals geschriften uit de Oudheid
  • Wat gebeurde er in 1453?
    De Constantinopel viel in Turkse handen, veel rijke burgers uit die stad vluchtten naar Italië en namen de klassieke idealen en denkbeelden mee, waarvoor in het Byzantijnse Rijk meer waardering was blijven bestaan dan in het Westen.
  • Waar keken wetenschappers uit de Renaissance op neer?
    Zij vonden de Middeleeuwen een duistere periode waarin de wetenschap en de idealen van de Grieken en Romeinen verloren waren gegaan.
  • Wat wilden de wetenschappers uit de renaissance?
    Ze wilden met hun verstand verschijnselen verklaren, net als wetenschappers in de Oudheid deden. Voor hen was het geloof en de uitleg van de Bijbel door de Kerk niet langer de basis van alle kennis over het leven en de wereld.
  • Wat deden humanistische geleerden?
    Ze benadrukten de individualiteit en het verstand van de mens. Ze bediscussieerden sociale, politieke, religieuze en morele waarden met als doel de wereld te verbeteren. Ook kerkelijke zaken werden bediscussieerd.