Dutch

• animositeit - vijandigheid
• vijandschap - vijandigheid
• bestiaal - beestelijk
• hostiliteit - vijandschap
• recessie - periode van economische achteruitgang
• depressie - economische inzinking
• crisis - periode van slapte en werkeloosheid
• hausse - prijsstijging
• enuntiatief - verklarend
• compleet - volledig
• limitatief - volltallig
• exhaustief - volltallig
• lucratief - winstgevend
• lucullisch - overdadig
• rendabel - winst opleverend
• retorsie - wraak
• spasmodisch - krampachtig
• stuiptrekkend - krampachtig
• convulsief - krampachtig
• sanctificiëren - zegenen
• saneren - zuiveren
• heiligen - zegenen
• consacreren - zegenen
• perfide - vals
• tolerantie - verdraagzaamheid tegenover andersdekende
• permissiviteit - veel toelaten
• lankmoedigheid - toegeeflijk
• strijdvaardig - twistpunt
• twistappel - iets waarover ruzie ontstaat
• strijdperk - slagveld
• parisappel - geschilpunt
• arrogant - verwaand
• pedant - verwaand
• verwaand -arrogant
• modest - bescheiden
• agglomeraat - samenklevend mengsel
• conglomeraat - samenklontering
• cumulatie - ophoping
• concentratie - gerichte aandacht
• coullance - toegevend