tijd van grieken en romeinen

Cards (25)

  • Tijd van Grieken en Romeinen
    3000 v.Chr. – 500 n.Chr.
  • Griekse stadstaten
    • Stad met omringend platteland
    • Autarkisch: zelfvoorzienend
    • Autonoom: eigen bestuur en regels
  • Staatsvorm Griekse stadstaten
    • Monarchie: een persoon heeft de macht
    • Tirannie: een persoon heeft macht, maar heeft dit door met geweld gekregen
    • Aristocratie: regering van de adel
    • Oligarchie: regering van kleine groep mensen, die niet perse van adel zijn
    • Democratie: regering door de bevolking met burgerrecht
  • Alleen mannen die in Athene geboren waren hadden burgerschap
  • Hellenisme
    Alexander de Grote verspreide de Griekse cultuur naar het oosten
  • Wetenschap
    Het opdoen van kennis door experimenten, waarneming en verstand
  • Grieks-Romeinse cultuur
    Klassieke cultuur
  • Griekse beeldhouwkunst
    • Anatomisch correct
    • Naakt
    • Perfect
  • Griekse architectuur
    • Versierde zuilen
  • Griekse beeldhouwkunst en architectuur was een voorbeeld voor latere generaties zoals de Romeinen
  • Romeinse beeldhouwkunst
    • Anatomisch correct
    • Gekleed
    • Realistisch
  • Romeinse architectuur
    • Gebruik van beton voor mogelijkheden: bogen en koepels
  • Romulus en Remus hebben Rome gesticht
  • Rome een republiek: macht werd verdeeld over meerdere functies

    509 v.Chr.
  • Senaat
    Deze bestonden uit de patriciërs en hadden de meeste macht
  • Rome wordt een keizerrijk: macht in handen van de keizer
  • Senaat en consult hadden weinig macht
  • Economische groei Romeinse Rijk
    • Sterk leger
    • Goed verdedigbare grenzen
    • Goede infrastructuur
    • Goed bestuur
  • Romanisering
    Het overnemen van de Romeinse cultuur door andere volkeren
  • Jodendom
    • Hadden een speciale band met de enige god
    • Heilige boeken
    • Geloofde in de komst van een messias
  • Christendom
    • Geloofde in God
    • Volgelingen van Jezus verspreiden zijn boodschap
    • Veel vervolgingen
    • Christendom blijft groeien: bij armen, vrouwen en slaven
    • Christendom wordt staatsgodsdienst
  • Germanen
    • Agrarische samenleving
    • Onderlinge contacten met Romeinen: door handel
    • Germanen in Romeins leger
    • Verhuizen naar Romeins rijk
  • Germanen vallen Romeinse Rijk binnen, landbouwgrond en welvaart
  • Splitsing van West en Oost Romeinse Rijk
  • Hervormingen Romeinse bestuur