Les 34

Cards (14)

  • Voltooide tijd
    Als er bij het hoofdwerkwoord het hulpwerkwoord hebben of zijn staat, dan is het hoofd-werkwoord een voltooid deelwoord. Dan staat de zin in de voltooide tijd.
  • Voltooide tijden
    • voltooid tegenwoordige tijd
    • voltooid verleden tijd
    • voltooid toekomende tijd
  • Voltooide tijd
    • Ik heb getraind.
    • Ik had getraind.
    • Ik zal getraind hebben.
    • Hij is gefopt.
    • Hij was gefopt.
    • Hij zal gefopt zijn.
  • Afkortingen voltooide tijden
    • v.t.t.
    • v.v.t.
    • v.tk.t.
  • Onvoltooide tijd
    Als er in de zin geen hulpwerkwoord hebben of zijn staat, dan is het hoofdwerkwoord meestal geen voltooid deelwoord. Dan staat de zin in de onvoltooide tijd.
  • Onvoltooide tijden
    • onvoltooid tegenwoordige tijd
    • onvoltooid verleden tijd
    • onvoltooid toekomende tijd
  • Onvoltooide tijd
    • Ik train.
    • Ik trainde.
    • Ik zal trainen.
    • Ik fop hem.
    • Ik fopte hem.
    • Ik zal hem foppen.
  • Afkortingen onvoltooide tijden
    • o.t.t.
    • o.v.t.
    • o.tk.t.
  • Voltooid tegenwoordige tijd
    Ik heb getraind.
    hij is gefopt.
    v.t.t
  • Voltooide verleden tijd
    ik had getraind
    hij was gefopt
    v.v.t
  • Voltooid toekomende tijd
    Ik zal getraind hebben
    hij zal gefopt zijn
    v.tk.t
  • Onvoltooid tegenwoordige tijd
    Ik train
    ik fop hem
    o.t.t
  • Onvoltooid verleden tijd
    Ik trainde
    ik fopte hem
    o.v.t
  • Onvoltooid toekomende tijd
    Ik zal trainen
    ik zal hem foppen
    o.tk.t