thema 4 hoofdstuk 2

Cards (31)

  • traanklier -> traanvocht -> oog vochtig en beschermt
    talgklier -> talg -> maakt huid waterafstotend, beschermt tegen indringers
    zweetklier -> zweet -> speelt rol in de regeling v/d lichaamstemperatuur
    kliercel i/d maagwand -> maagsap -> vertering eiwitten en doodt bacteriën.
    Deze klieren scheiden hun klieren in ruimtes die rechtstreek contact staan met buitenwereld.
  • Speeksel
    Verteert voedsel
  • SpeekselklierenOEF 13
    • Bevatten een voorraad speeksel
    • Speeksel wordt opgeslagen in bolvormige klierzakjes met een afvoerbuisje
    • Wand van klierzakje bestaat uit aaneengesloten cellen met daartussen gespecialiseerde kliercellen die speeksel produceren
  • SpeekselproductieOEF 13
    1. Om Speeksel uit klierzakje te persen
    2. een Laagje spierweefsel aan buitenzijde van klierzakje trekt samen
    3. om Speeksel via afvoerbuis naar mondholte te laten vloeien
  • SpeekselproductieOEF 13
    • Bouwstoffen worden via !bloed in de haarvaten! rond het klierzakje aangevoerd
    • Klieren moeten signalen ontvangen van zenuwstelsel om speeksel te maken of spieren te laten samentrekken
    • Zenuwvezels sturen die signalen
  • als klierproduct water is (bv speeksel) volstaat een smalle afvoergang. Is het dikker/slijmerig (bv oorsmeer) dan is een grotere diameter nodig.
  • Exocriene klieren
    Scheiden hun klierproduct af aan het uitwendige milieu (exo= naar buiten)
  • Voorbeelden van exocriene klieren
    • Alvleesklier
    • Lever
    • Melkklier
    • Prostaatklier
    • Slijmklier in mond
    • dunne darm
    • luchtpijp
    • vagina
  • Klierproduct in ons lichaam
    Vervult een nuttige functie = secretie
  • Klierproduct in ons lichaam
    Een afvalstof is = excretie
  • Exocriene klieren
    • Speeksel-, traan- en talgklieren = trosvormige klieren
    • Bestaan uit klierzakjes -> wand bestaat uit kliercellen
    • Aan de buitenkant rond het klierzakje ligt gladde spierweefsel -> als samentrekt het klierproduct via afvoerbuis naar uitwendige milieu perst
  • Niet elke klier is zo opgebouwd
  • Zweetklier
    • Een kluwen van kronkelende buisjes en een afvoerbuis, die omgeven zijn door haarvaten
  • Verspreid liggende kliercellen
    • Komen voor zoals de slijmklieren in de slijmvliezen van de mond, darmwandklieren in de dunne darm
    • Zij geven klierproducten rechtstreeks aan het uitwendige milieu af
  • Exocriene klieren
    • Hebben een afvoerbuis waarvan de diameter varieert
    • Klieren met slijmerige producten hebben vaak bredere afvoerbuizen dan klieren met waterige producten
  • Klieren
    ontvangen signalen via zenuwen vanuit de hersenen en reageren (ze zijn effectoren.) door specifieke klierproducten te produceren en af te scheiden.
  • schildklier -> produceert thyroxine (hormoon)
    • heeft geen afvoerbuis
    • geen klierzak, maar klierblaasje
    • geen spierweefsel
    Ze scheiden hun product in het bloed.
  • klieren scheiden hun product in de inwendige klieren (bloed) = endocriene klieren (endo = naar binnen)
    scheiden nuttige stof = inwendige secretie.
  • klierproduct van endocriene klieren = hormonen. Via bloedsomloop door hele lichaam getransporteerd. Zijn actief op andere plaatsen dan waar ze geproduceerd worden = signaalstoffen.
  • thyroxine -> stimuleert groei en ontwikkeling van cellen in hele lichaam.
    schildklier produceert minder thyroxine -> vertraagde processen in lichaam -> 1. vermoeidheid 2. gewichstoename.
    Endocriene klieren vind je in
    • hersenen (hypothalamus en hypofyse)
    • bijnier
    • alvleesklier
    • eierstok
    • teelballen
  • Endocriene klieren geven hormonen rechtstreeks aan het bloed af dus geen afvoerbuis.
    Bestaan uit groepjes kliercellen/klierblaasjes die omgegeven zijn door haarvaten.
    Bouwstoffen worden uit bloed gehaald.
    De schildklier bestaat uit klierblaasjes omringd door haarvaten.
    Kliercellen in de schildklier nemen stoffen zoals jodium op uit het bloed en vormen daaruit het hormoon thyroxine, dat vervolgens in de bloedbaan terechtkomt. In de bijnier produceren bijniermergcellen adrenaline.
  • Exocriene klieren

    Kliercellen produceren klierproducten en geven deze via afvoerbuizen naar buiten af. Ze ontvangen impulsen via zenuwvezels om te reageren op prikkels.
    exocriene klier kan ook enkele kliercel zijn zoals de kliercellen in de wand van maag en darmen
  • exocriene klieren produceren kliersappen als reactie op een prikkel dus zijn ze effectoren
  • Endocriene klieren
    Groepjes kliercellen of klierblaasjes omgeven door haarvaten, zonder afvoerbuis. Ze produceren hormonen die direct in de bloedbaan worden afgegeven. Deze hormonen dienen als signaalstoffen en regelen processen in het lichaam.
  • Endocriene klieren
    Spelen een rol als sensor en conductor, zoals de a-cel in de eilandjes van Langerhans die glucagon produceert om het bloedsuikergehalte te verhogen.
  • Hoewel beide klieren helpen bij het reageren op veranderende omstandigheden, verschillen hun bijdragen aan regelsystemen.
  • Exocriene klieren
    Fungeren altijd als effectoren
  • Endocriene klieren
    Spelen een meer complexe rol als conductoren in het regelsysteem, waarbij de geproduceerde hormonen effectoren activeren.
  • alvleesklier
    endocriene functie = produceert hormonen insuline en glucagon
    exocriene functie = produceert alvleessap
  • exocriene klierweefsel v/d alvleesklier bestaat uit vele klierzakjes die alvleessap produceren. Via afvoerbuis druppelt sap in twaalfvingerige darm -> helpt verteren van
    • koolhydraten
    • vetten
    • eiwitten
    • + neutraliseren van maagzuur
    komt dus terecht in het uitwendige milieu
  • tussen exocriene klierzakjes bevinden zich groepjes endocriene kliercellen worden eilandjes van Langerhans genoemd.
    eilandjes van langerhans -> zorgen A-cellen voor aanmaken van glucagon (hormoon)
    -> B-cellen voor aanmaken van insuline (hormoon)
    beide hormonen spelen een rol bij het constant houden van het glucosegehalte in het bloed. Ze worden afgegeven aan het inwendige milieu