Om oogbewegingen uit te voeren moeten de ogen vanuit de PP naar een excentrische positie gebracht worden. Hiervoor moeten een aantal krachten overwonnen worden door de oogspieren:
de spontanedrift van de ogen (neiging om terug te keren naar de PP) - reflexmatig / centraalgestuurd
de elastische kracht van alle vezels rond de oogbol
(de basistonus van de uitwendige oogspieren) De ogen moeten ook in een excentrischepositie gehouden kunnen worden.
fixatie
Fixatie is trouwens geen volledig immobiliteit van een oog. Het bestaat uit helefijneonwillekeurigemicrobewegingen, die tot doel hebben het beeld op de fotoreceptoren van het netvlies als het ware te 'refreshen'. Een constant immobiel beeld zorgt er immers voor dat de fotoreceptoren en de ganglioncellen na een tijdje niet meer responsief worden.Fixatie komt daarenboven niet enkel voor in primairepositie, maar eveneens in excentrischeblikrichtingen, en dit zowel ver als dicht.
torticollis, componenten
Een torticollis of dwangstand van het hoofd kan bestaan uit 3 verschillende componenten welke afzorderlijk of in combhatie met elkaar kunnen optreden:
horizontale draai van het hoofd (om een verticale as): naar rechts of naar links.
verticale beweging van het hoofd (om een horizontale as): kin omhoog of kinomlaag.
kanteling van het hoofd of "tilt" (om een sagittale as): kantelingnaar de rechter- of linkerschouder Elke component kan discreet of uitgesproken zijn.
torticollis componenten
De torticollis kan continu of intermittent aanwezig zijn. lndien hij intermittent aanwezig is, kan dit afhankelijk zijn van de tijd (vermoeidheid kan bv. een rol spelen), de fixatie-afstand, de blikrichting, en het fixerende oog.
skeletaal (bv. l'alsrir,ervelmisvormingen of -vergroeiingen)
otolaryngologisch (bv. unilateraledoofheid).
neurologisch (bv. verlammingen).
onesthetische elemanten.
vestibulair (evenwichtsorgaan)
medicamenteus
...
torticollis van oculaire aard
Diplopie / binoculair comfort:
Bewegingsbeperkingen:
Nystagmus:
Ptosis: kin omhoog.
Fotofobie: kin omlaag.
Foutiefgecorrigeerderefractiestoornissen:
Pijnlijkoog: het hoofd wordt meestalgehouden in de richting van het pijnlijke oog.
Onesthetische elementen:
Gezichtsvelddefecten:
torticollis, oculaire aard
diplopie/ binoculair zicht
Het hoofd wordt zo gehouden dat de ogen zich in die positie bevinden waar zo comfortabel mogelijk binoculairenkelzien (BEZ) bekomen kan worden.lndien het moeilijk is een torticollis aan te nemen om BEZ te bekomen, wordt soms een torticollis aangenomen om de beelden zo ver mogelijk uit elkaar te brengen. Dit noemt men een paradoxaletorticollis
torticollis van oculair aard, bewegingsbeperkingen
Om zo weinig mogelijk in het blikveld van de beperking te moeten kijken. Het hoofd wordt gehouden in de richting waar de beperking het grootst is.
torticollis, van oculair aard, Nystagmus
Het hoofd wordt zo gehouden dat de ogen zo immobiel mogelijk z'ljh. lmmers, vaak is er bij nystagmus een nulzone: een zone waar de nystagmusminderuitgesproken is en waar de
visusbeter is. Er kunnen ook meerdere nulzones zijn. ln sommige gevallen is de nulzone verschillend naargelang het fixerendeoog of de fixatie-afstand.
torticollis van oculair aard, ptosis
kin omhoog
torticollis van oculair aard, fotofobie
kin omlaag
torticollis van oculair aard, foutief gecorrigeerde refractiestoornissen
het hoofd wordt zo gehouden dat een optimalevisus wordt bereikt.
torticollis van oculair aard, pijnlijk oog
het hoofd wordt meestal gehouden in de richting van het pijnlijkeoog.
torticollis van oculair aard, onesthetische elementen
het hoofd wordt zo gehouden dat onesthetischeelementen worden gemaskeerd.
tortiollis van oculair aard, gezichtvelddefecten
het hoofd wordt gehouden in de richting van het meeststorendedefect.
indien wat..., bij torticollis
lndien de torticollis het gevolg is van spiercontracturen of wervelmisvormingen, dan zal de torticollis nietafnemen bij occlusie van een oog.
lndien de torticollis het gevolg is van diplopie, bewegingsbeperkingen, ptosis, of (foutief gecorrigeerde) refractiestoornissen, dan zal bij occlusie van het "aangedane" oog de torticollis verdwijnen (indien hij nog niet te langbestaand is).
lndien de torticollis het gevolg is van nysiagmus, zal hij meestal nietafnemen bij occlusie, maar gelijkblijven of toenemen, en soms van richtingveranderen.
onderzoek van de torticollis
elke torticollis vergt een grondige observatie.
Beoordelen en eventueel opmeten van de driecomponenten.
Testen van BEZ uitvoeren met (en zonder)torticollis.
De torticollis beoordelen bij fixeren in de verte en dichtbij (bv. fixatie van het kleinste optotype dat de patient nog kan zien).
De torticollis observeren in monoculaire en binoculaire omstandigheden.
Covertest en alternerende covertest uitvoeren met en zonder torticollis.
De torticollis meten aan de hand van een torticollimeter.
onderzoek van oogstand en oogbewegingen
lichtreflex
Men beschrijft de richting van deviatie, de mate van deviatie, en het straberende oog in primairestand
covertest
Men beschrijft de richting van deviatie, de mate van deviatie, het straberende oog, de instelbeweging en de fixatie
alterneterende covertest
Men beschrijft de richting van de deviatie, de mate van deviatie, en het herstelvan de oogstand.
versies
ln de 8 perifere blikrichtingen beoordeelt men het ontstaan, de toename of afname, de richting en de mate van deviatie
Deze perifere blikrichtingen worden ondezocht op ongeveer 30" excentriciteit.
vergelijkt de stand van het ene oog ten opzichte van het andere, zonder echter te zoeken of te vermelden welke het straberende oog is.
De patidnt wordt ondezocht zonder bril.
De oogbewegingen onderzocht met de alternerende covertest (ACT).
Versies
Oogbewegingen onderzocht met alternerendecovertest
Onderzoek oogbewegingen
Lichtreflex (bij baby's, diepe amblyopie met slechte instelbeweging of excentrische fixatie)
Onderzoek motiliteit
Aandacht voor eventueel ontstaan, of veranderingen in het bestaan van pupilafwijkingen, ptosis, retractie van de oogleden, nystagmus, abnormale ooglidspleetgrootte, retractie of protrusie van de oogbol
Elke verandering in deviatie wordt genoteerd
Mate van deviatie (of van over- en onderacties van spieren) in de verschillende blikrichtingen
Spoor
Klein
Matig
Groot
+
++
+++
-
--
---
horizontale blikrichtingen
De patient fixeert het lichtje achtereenvolgens links en rechts. De horizontale en de verticale deviatie worden beoordeeld.
Bv. P.P.: matige esotropie en kleine hypertropie OS.
Blik naar rechts: de esodeviatie die bestond in primairestandneemt flink toe en de kleine vedicale deviatie eveneens.Blik naar links: de matigeesodeviatie die bestond in primairepositie wordt een kleineexodeviatie en de kleine vefticale deviatie blijft gelijk.
Notatie in het schema van Gobin (of Leidse notatie).
Notatie in het schema van Jampolsky
horizontale blikrichtingen, omschrijving
dextroversie of blik naar rechts
flinke toename van de convergente deviatie, of grote toename van de horizontale deviatie, of grote esodeviatie,en
toename van de links over rechts, of toename van de hoogstand in adductie, of toename van de verticale deviatie.
horizontale blikrichtingen, omschrijving
laevoversie of blik naar links
kleine exodeviatie, ofontstaan van kleine divergente deviatie,en-, ofgelijke verticale deviatie.
Schuine blikrichtingen
De patient fixeert het lichtje achtereenvolgens linksboven, rechtsboven, linksonder, rechtsonder
Notatie
1. Enkel de stand van het geadduceerde oog wordt genoteerd (in vergelijking met de stand vanhet geabduceerde oog)
2. Enkel de verticaleleviatie (hoogstand of laagstand in adductie) wordt beoordeeld
Enkel de verticale leviatie (hoogstand of laagstand in adductie) wordt beoordeeld!
Voorbeeld
In P.P. is er een matige convergente deviatie en een kleine hoogstand van het linkeroog
Bij blik naar links boven is er geen hoogstand meer
Bij blik naar links onder blijft de verticale deviatie ongeveer dezelfde als in primaire stand
verticale blikrichtingen
De patient fixeert het lichtje achtereenvolgens boven en onder.
De horizontale en de verticale deviatie worden beoordeeld.
Bv. P.P.: matige esotropie en kleine hypertropie OS.
Blik omhoog: de esodeviatie neemt af en de kleine verticale deviatie verdwijnt.
Blik omlaag: de esodeviatie neemt toe evenals de hoogstand.
Notatie in het schema van Gobin
Notatie in het schema van Jampolsky
verticale blikrichtingen, omschrijving
elevatie of blik omhoog
afname van de convergente deviatie, of afname van de horizontale deviatie, geen hoogstand.
en
verticale blikrichtingen, omschrijving
depressie of blik omlaag
toename van de convergente deviatie, of toename van de esodeviatie,en
toename van de verticale deviatie, of toename van de hoogstand.
Bielschowsky test
Deze test moet steeds uitgevoerd worden wanneer er in P.P. of in een van de acht andere blikrichtingen een verticale deviatie gevonden werd
Uitvoering van het onderzoek
1. Gebeurt in dezelfde omstandigheden als het onderzoek van de versies
2. Enkel de verticale deviatie wordt beoordeeld
Beoordeling van de verticale deviatie
1. De patiënt kantelt achtereenvolgens het hoofd 30' naar de rechter- en naar de linkerschouder
2. De verticale deviatie wordt beoordeeld in vergelijking met deze in primaire stand
bielschowky test, verticale deviatie
De patient kantelt het hoofd 30' naar de rechter- en naar de linkerschouder.
Hierbij wordt verticaledeviatie beoordeeld in vergelijking met deze in PP
ls er geen verschil in verticale deviatie, dan is de test negatief.
ls er een verschil in verticale deviatie, dan is de test positief.
homoniem positieve Bielschowsky test -> wanneer de verticale deviatie toeneemt bij kanteling in de richting van het hoogstaande oog.
heteroniem positieve Bielschowsky test -> wanneer de verticale deviatie toeneemt bij kanteling in de richting het laagstaande oog.