E4.1 Erfelijke eigenschap

Cards (13)

  • Erfelijke eigenschap
    Eigenschappen die je van je ouders hebt geërfd, zoals haarkleur, oogkleur, huidskleur en bepaalde gezondheidskenmerken
  • Genen
    Kleine stukjes DNA (deoxyribonucleinezuur) die op chromosomen zitten, die weer in de kern van elke cel zitten, en informatie bevatten over hoe het lichaam moet functioneren
  • Genotype
    De totale genetische informatie van iemand, dus alle genen die het DNA bevat
  • Fenotype
    Een verzameling van alle waarneembare eigenschappen van een individu, zoals uiterlijke kenmerken, bepaald door de genen die tot uiting komen (genexpressie) en milieufactoren
  • Het verschil tussen genotype en fenotype: Genotype verandert niet, het zijn je genen. Fenotype verandert wel, het is je uiterlijk.
  • Autosomen
    Alle chromosomen die niet geslachtsgebonden zijn, mensen hebben 22 paar van deze chromosomen
  • Geslachtschromosomen
    Chromosomen die het geslacht van een individu bepalen, bij mensen X-chromosomen en Y-chromosomen
  • Locus
    De specifieke plaats van een gen op een chromosoom
  • Allelen
    Varianten van een gen, er kunnen verschillende allelen zijn voor een bepaalde eigenschap
  • Homozygoot
    Wanneer iemand twee dezelfde allelen heeft
  • Heterozygoot
    Wanneer iemand twee verschillende allelen heeft
  • Dominant allel

    Het allel dat tot uiting komt bij een heterozygoot individu
  • Recessief allel

    Het allel dat niet tot uiting komt bij een heterozygoot individu