D4.1 Voedselrelatie

Cards (19)

  • Voedselrelatie
    De hoeveelheid en beschikbaarheid van voedsel kan een belangrijke rol spelen in de groei en afname van een populatie van een bepaald soort organismen
  • Predatie
    1. Een dier (de predator) doodt en eet een ander dier (het prooidier)
    2. Kan grote invloed hebben op de grootte en samenstelling van de prooidierpopulatie
    3. Sommige soorten hebben speciale aanpassingen ontwikkeld om zich te beschermen tegen predatie
  • Vraat
    1. Een dier eet een plant op
    2. Kan leiden tot afname van de plantenpopulatie
    3. Sommige planten hebben speciale aanpassingen ontwikkeld om zich te beschermen tegen vraat
  • Symbiose
    Een samenwerking tussen twee verschillende soorten organismen waarbij de samenwerking voor ten minste één van de soorten gunstig is
  • Vormen van symbiose
    • Mutualisme
    • Commensalisme
    • Parasitisme
  • Mutualisme
    Beide soorten organismen halen voordeel uit de relatie
  • Commensalisme
    Één soort haalt voordeel uit de relatie, terwijl de andere soort geen voordeel of schade ondervindt
  • Parasitisme
    Één soort (de parasiet) haalt voordeel uit de relatie, terwijl de andere soort (de gastheer) schade ondervindt
  • Concurrentie
    Organismen moeten concurreren om beperkte hulpbronnen zoals voedsel, water, licht en leefgebieden
  • Vormen van concurrentie
    • Intraspecifieke concurrentie
    • Interspecifieke concurrentie
  • Intraspecifieke concurrentie
    Concurrentie tussen individuen van dezelfde soort om toegang tot hulpbronnen
  • Interspecifieke concurrentie
    Concurrentie tussen individuen van verschillende soorten om toegang tot hulpbronnen
  • Samenwerking (coöperatie)
    Organismen werken samen, wat kan leiden tot het ontwikkelen van speciale aanpassingen of gedragsstrategieën
  • Voortplantingsrelaties
    Binnen een soort kunnen individuen met bepaalde kenmerken, zoals kracht, intelligentie of aantrekkelijkheid, zich voortplanten met een partner
  • Tolerantie
    De neiging van een organisme om te overleven en zich aan te passen aan moeilijke omstandigheden of veranderende omgevingscondities
  • Tolerantiegrenzen
    De omstandigheden waarbinnen individuen van een soort nog net kunnen blijven leven
  • Optimum
    Het punt waarop de organismen het best groeien en zich ontwikkelen
  • Microklimaat
    Het klimaat van een klein gebied, zoals een tuin of vallei
  • Macroklimaat
    Het klimaat van een groter gebied, bijv. een land of continent. Grote factoren spelen dan een rol zoals zeeniveau, breedteligging