Gedrag dat elk individu van een soort stelt zonder het ooit te hebben geleerd van een soortgenoot, vaak instinctieve reactie op prikkel, specifiek per soort en vastgelegd in erfelijk materiaal
Gedrag
Geheel van alle reacties op prikkels
Soortspecifieke gedragingen
Belangrijk voor overleven van individu en soort
Aangeleerd gedrag
Gedrag als gevolg van eenleerproces
Inprenting
Vindt plaats in de eerste levensfase, net na de geboorte, herkennen van moeder en blindelings volgen, belangrijk om te leren identificeren
Gewenning
Niet meer reageren op een prikkel na verloop van tijd
Operante conditionering
Gedrag aanleren door te belonen of te straffen, om ongewenst gedrag af te leren werkt belonen beter dan straffen
Trial-and-error
Leren uit pogingen die niet tot succes leiden en iets anders teproberen
Imiteren
Gedrag van anderen nabootsen, na-apen van de volwassenen, leert de jongen hoe ze zich moeten gedragen in groep
Leren door inzicht
Een combinatie van eerder opgedane ervaringen gebruiken om te krijgen wat ze willen, een probleem op te lossen
Symbiose
Samenleven van twee of meerdere organismen van verschillende soorten met als doel hun overlevingskansen te verhogen
Mutualisme
Samenlevingsvorm met positieve invloed voor alle organismen in de relatie
Mutualisme
Giraf en ossenprikkers (vogel)
Microbioom
Alle microscopisch kleine organismen en virussen op en in lichaam mens, bevat nuttige en schadelijke organismen, gezond bioom = balans nuttig-schadelijk
Samenlevingsvormwaarbij 1 soort positieve gevolgen ervaart maar de andere soort wordt niet beïnvloed
Parasitisme
De gastheer ondervindt nadeel van de parasiet die in of op zijn lichaam leeft, de parasiet voedt zich ten koste van de gastheer
Predator-prooirelatie
Enkel voordelig voor de predator, want de prooi sterft, de soorten zijn wel afhankelijk van elkaar, de predator voedt zich met de prooi en voorkomt overpopulatie bij de prooidieren
Amensalisme
Samenlevingsvormwaarbij 1 soort negatieve gevolgen ervaart maar de andere soort wordt niet beïnvloed