BIO sem 2; gedrag + 4

Cards (20)

  • Aangeboren gedrag
    Gedrag dat elk individu van een soort stelt zonder het ooit te hebben geleerd van een soortgenoot, vaak instinctieve reactie op prikkel, specifiek per soort en vastgelegd in erfelijk materiaal
  • Gedrag
    Geheel van alle reacties op prikkels
  • Soortspecifieke gedragingen
    • Belangrijk voor overleven van individu en soort
  • Aangeleerd gedrag
    Gedrag als gevolg van een leerproces
  • Inprenting
    Vindt plaats in de eerste levensfase, net na de geboorte, herkennen van moeder en blindelings volgen, belangrijk om te leren identificeren
  • Gewenning
    Niet meer reageren op een prikkel na verloop van tijd
  • Operante conditionering
    Gedrag aanleren door te belonen of te straffen, om ongewenst gedrag af te leren werkt belonen beter dan straffen
  • Trial-and-error
    Leren uit pogingen die niet tot succes leiden en iets anders te proberen
  • Imiteren
    Gedrag van anderen nabootsen, na-apen van de volwassenen, leert de jongen hoe ze zich moeten gedragen in groep
  • Leren door inzicht
    Een combinatie van eerder opgedane ervaringen gebruiken om te krijgen wat ze willen, een probleem op te lossen
  • Symbiose
    Samenleven van twee of meerdere organismen van verschillende soorten met als doel hun overlevingskansen te verhogen
  • Mutualisme
    Samenlevingsvorm met positieve invloed voor alle organismen in de relatie
  • Mutualisme
    • Giraf en ossenprikkers (vogel)
  • Microbioom
    Alle microscopisch kleine organismen en virussen op en in lichaam mens, bevat nuttige en schadelijke organismen, gezond bioom = balans nuttig-schadelijk
  • Huidflora
    Beschermende barrière tegen schadelijke micro-organismen
  • Darmflora
    Micro-organismen in spijsverteringsstelsel
  • Commensalisme
    Samenlevingsvorm waarbij 1 soort positieve gevolgen ervaart maar de andere soort wordt niet beïnvloed
  • Parasitisme
    De gastheer ondervindt nadeel van de parasiet die in of op zijn lichaam leeft, de parasiet voedt zich ten koste van de gastheer
  • Predator-prooirelatie
    Enkel voordelig voor de predator, want de prooi sterft, de soorten zijn wel afhankelijk van elkaar, de predator voedt zich met de prooi en voorkomt overpopulatie bij de prooidieren
  • Amensalisme
    Samenlevingsvorm waarbij 1 soort negatieve gevolgen ervaart maar de andere soort wordt niet beïnvloed